Strengere controle op mestfraude, maar mestbeleid heeft trendbreuk nodig

Het is tijd voor een trendbreuk in het mestbeleid. 

Er hangt een geurtje aan ons mestbeleid: na aanhoudende geruchten bracht onderzoeksjournalistiek van De Standaard in 2019 aan het licht dat fraude er eerder regel dan uitzondering is. Minister van Omgeving Zuhal Demir kondigt nu het verplichte gebruik van digitale debietmeters aan. Een goede zaak. Maar er is meer nodig om leefmilieu en waterkwaliteit te redden: een totale trendbreuk in het mestbeleid. 

Erbarmelijke waterkwaliteit

Het gaat niet goed met de waterkwaliteit in Vlaanderen. Jaar na jaar tonen de cijfers een stagnerende of soms zelfs negatieve trend. De oorzaak? Te veel bemesting. Een belangrijke oorzaak ligt bij de fraude bij mestverwerking. Het is de achilleshiel van het mestbeleid in Vlaanderen. Hoe dat komt? Onze veehouderij is in grote mate grondloos - met enorme hoeveelheden dieren die hun hele leven in een stal doorbrengen. Gevoed met dierenvoer van over de hele wereld, produceert die veestapel hier bergen mest. Vele malen meer dan we kwijt kunnen op het land. De overschot gaat richting mestverwerking. In theorie.

Hoge prijs

Want die mestverwerking kost geld. Doordat we in Vlaanderen al decennia inzetten op bulkproductie voor de wereldmarkt zijn de marges laag. Dat men zoekt naar manieren om het prijskaartje te drukken, is pure economische logica. Zolang we onze eieren leggen onder dit intensief productiesysteem, is de kans op fraude reëel en de prijs die ons milieu betaalt hoog. De Standaard bracht in 2019 aan het licht dat vrachtwagens die getrackt worden leeg of halfleeg over en weer rijden. De mest is op papier verwerkt, in de praktijk komt hij op het land, en in onze waterlopen terecht.

Dat minister Demir nu debietmeters verplicht, is dan ook een goede zaak. Zo wordt ondubbelzinnig gemeten hoeveel mest er binnenkomt bij een mestverwerker. Dat is belangrijk voor ons leefmilieu, maar ook voor spelers die zich wél aan de regels houden en nu weggeconcurreerd worden door fraudeurs. 

Trendbreuk met nieuw mestbeleid

De aangekondigde maatregel is goed. Maar too little, too late. De regel gaat pas in vanaf januari 2022, daarmee is de overgangsperiode wel heel erg lang. Bovendien zijn niet enkel de cowboys die grootschalig frauderen het probleem. Ook de dagelijkse kleine overtredingen: zoals te dicht bemesten bij een waterloop of flexibel omspringen met de datums waarop mest mag worden uitgereden, zijn problematisch. 

Ria Gielis, toenmalig afdelingshoofd van de mestbank verwoordde het in 2018 tijdens een hoorzitting in het Vlaams parlement treffend: ‘Er zijn echter nog te veel mensen die zichzelf geen cowboys voelen en die wellicht ook geen cowboys zijn, maar die allemaal denken dat ze een klein beetje marge mogen nemen. In de intensieve Vlaamse landbouw kan men zich dat niet permitteren.’ Een steeds onstabieler klimaat maakt de uitdagingen nog groter. 

Het wordt dus vooral uitkijken naar de hertekening van het mestbeleid door minister Demir. Een evaluatie van het huidige mestbeleid moet duidelijk maken waar de pijnpunten liggen. Een nieuw mestbeleid moet alvast transparanter en makkelijker afdwingbaar zijn. Het moet ook de onderliggende problemen structureel aanpakken. Onze waterkwaliteit stagneert al ruim een decennium. We kunnen ons geen tijdsverlies meer veroorloven. Het is tijd voor een trendbreuk in het mestbeleid. 

Landbouw

Meer over Landbouw