Drie boeken over de grond van de zaak

Landschapsspecialisten stellen graag dat het landschap zijn eigen geschiedenis vertelt, althans als je het nauwgezet leest (zoals bijvoorbeeld ‘Het landschap vertelt’). Drie boeken nodigen ons deze maand uit om bescheiden naar de voeten te kijken. Onze aardse bodem verdient reflectie en actie.

Tot de bodem - Maïka De Keyzer

De huidige aandacht voor landbouw vanuit milieu en natuur is niet nieuw. In 1988 redacteerde Luc Goeteyn vanuit BBL de publicatie ‘Landbouw en milieu: naar een duurzame landbouw? Een basisdocument voor landbouwers en milieuverenigingen’. Op dat ogenblik was ongeveer de helft van de actuele BBL-medewerkers nog niet geboren. Drie jaar later trad het mestdecreet in werking. Inmiddels heb je een telraam nodig om het aantal Mestactieplannen bij te houden.

Historici kijken graag terug, sommigen ook vooruit. Maïka De Keyzer, deel van denktank Minerva, is net zo. Ze stelde een boek samen over landbouw, mondiaal de belangrijkste bodemgebruiker, waarin ze 27 experts een deel van het verhaal laat brengen. De auteurs zijn stuk voor stuk mensen die gepokt, gemazeld én belezen zijn door het landbouwleven. De meesten door hun opleiding, anderen door hun werkplaats, veelal ‘het middenveld’.

Maïka De Keyzer legt zich toe op maatschappelijke structuren, en dan belanden we snel bij het graag gebruikte begrip ‘systeemcrisis’. Boeren en natuur zijn de grote verliezers, technologie is ontoereikend en deeloplossingen bestaan niet, stelt ze. Boeren verliezen onder meer omdat het actuele systeem hun geen behoorlijk inkomen biedt. Ze zijn een onderdrukte schakel in een lange voedselketting. Het is wat vergelijkbaar met de energieketting, sommige schakels (jij en ik) moeten behoorlijk uitkijken hoe we overleven, anderen gaan graag gebukt onder hun overwinsten. Intussen worden vijf planetaire grenzen (onder meer stikstof en biodiversiteit) overschreden, een proces waar de mondiale landbouw in belangrijke mate aan bijdraagt. Onze gezondheid en ons voortbestaan verdienen beter.

In het boek legt Kurt Sannen onder meer uit wat het zo verguisde ‘systeem Mansholt’ inhield, pleit Bavo Verwimp voor eerlijke handel, beklemtoont Laurens De Meyer de noodzaak voor een geïntegreerd voedselbeleid, legt Tessa Avermaete uit dat de Vlaamse landbouw alle troeven in handen heeft om haar sterke economische positie te behouden, enz. Oplossen is niet zo moeilijk, kies voor de planeet. In De Standaard is Maïka De Keyzer hierover zéér helder: “Elk beleid is een keuze”. Als e-boek is het boek bovendien gratis beschikbaar.

Leuven University Press

Leve de bodem! - Anne Marie van Dam en Caroline de Vlaam

Naast landbouwers zijn ook tuiniers gepassioneerd door de bodem. Composteren, leemgrond om de lokale zandbodem te verbeteren, zoeken naar de perfecte vochtbalans, het unieke plaatsje in de zon of schaduw, de meest geschikte zaden,… het stopt nooit.

Het KNNV helpt elke tuinier met dit boek. Het uitroepteken in de titel vertelt alles: vooral de bodemkwaliteit maakt het verschil. Zoals je van een goed boek mag verwachten: (veel) informatie, overzichtelijk, praktisch, een persoonlijke toets en makkelijk raadpleegbaar. Je leert composteren, bemesten en omgaan met de juiste zuurgraad. In de onderzoekswereld grapt men soms dat drie maanden onderzoek makkelijk één uur bibliotheek kan uitsparen. Met je tuinbodem is dat nog veel intenser, je hebt immers maar één kans per jaar. Een goed boek kan je dus veel tijd besparen. Of nog, bij volkstuinen, is er één belangrijke zekerheid: ‘Gluren bij de buren helpt’.

KNNV Uitgeverij

Veen, dras, moeras, het onderschatte belang van veengebieden voor onze planeet - Annie Proulx

Gelukkig ebt het gebruik van het woord ‘waterziek’ uit, maar jammer genoeg speelt ook de steile daling van de grondwaterstand en de hoeveelheid waterrijke gronden hier een rol in. Omdat deze laatste meer aandacht verdienen, schreef Annie Proulx een literair pleidooi.

‘Toen ik in de second grade (8 jaar) zat, greep ik elke kans aan om in de schoolbibliotheek te gaan zitten lezen totdat ze me er wegsleepten of het gehate schoolplein op duwden’, vertelt Proulx. Inmiddels heeft ze een schitterende ‘staat van dienst’: niet iedereen heeft een Pulitzerprijs in de kast. Als iemand met haar vaardigheden dan een pleidooi houdt om ‘water in de broeken te houden’, dan kan je enkel juichen. Het boek werd door Uitgeverij De Geus ondergebracht in ‘Publieke Ruimte, Reeks voor noodzakelijke ideeën’. Proulx toont aan dat het een terechte keuze is. 

Ze omschrijft haar werk als een bescheiden boek (ongeveer 250 pagina’s). Als niet-wetenschapper vertelt Proulx een verhaal over draslanden, eerst in zijn algemeenheid, daarna in drie aparte hoofdstukken over laagveen, hoogveen en broekland. Ze neemt je enthousiast mee in de literatuur en in de geschiedenis van alle draslanden en fulmineert uitbundig over de teloorgang. In het eerste voelt ze zich thuis als een vis in het water, het tweede vereiste studiewerk. Ze is een aanhanger van het gedachtegoed van Braudel, de Franse historicus die afstand nam van geschiedschrijving als een opsomming van feiten, koningen en oorlogen. Belangrijker zijn de onderliggende laag economische golfbewegingen en lange termijn trends. Passend, want ook milieujurist Hendrik Schoukens omschrijft veen als de ecologische brug tussen verleden en toekomst (De Standaard 16/2/2023). Zoek je cijfers en kaarten? Neem dan het boek Verdwenen venen.

Proulx neemt de lezer op sleeptouw door natte gebieden en oerblubber, vertelt over veengravers en draslandarcheologen, legt de betekenis uit van tal van ‘natte woorden’ uit het draslandvocabularium, dompelt je onder in een spreihoogveen, tropenveen of een slenkenveen, laat je kennis maken met het veenhooibeestje en meereizen naar de Pantanal in Brazilië of naar de Vasjoeganmoerassen in West-Siberië.

Opvallend aan het boek is de dualiteit. Ze combineert een intens en hartstochtelijke aanklacht tegen de dramatische teloorgang van de draslanden met een pleidooi voor het behoud. Prachtig geschreven, zoals je van een topauteur kan verwachten. Ze laat je zo uitgebreid kennismaken met de vele literatuur over draslanden en aarzelt niet om er persoonlijke herinneringen aan toe te voegen. Tegelijkertijd beschrijft ze de feiten, sober, naakt, soms onderkoeld, net zoals je van een wetenschapper kan verwachten. Noem je dit gespleten, dichotoom en verscheurd, of net een aangename variatie? Intellectueel is het alleszins een intrigerende switch en welkome afwisseling. 

De Geus

 

Johan Van den Broek

Landbouw BBL's boekentips

Meer over Landbouw