Laurien Spruyt op de klimaattop in Madrid

Vlaams Energie- en Klimaatplan: veel maatregelen, minder impact

Laurien Spruyt op de klimaattop in Madrid

De Vlaamse regering stelde maandag de definitieve versie van het Vlaams Energie- en Klimaatplan 2030 voor. Bond Beter Leefmilieu stelt vast dat de noodzakelijke structurele omslag om tot effectieve CO2-reducties te komen ontbreekt. Wel is er een duidelijke evolutie in ambitie in de sectoren landbouw en natuur. 

Verlaagde doelstelling

De maatregelen in het plan leiden volgens de berekeningen van de Vlaamse regering tot 32,6 procent minder CO2-uitstoot in 2030. Die prognoses zijn zwak onderbouwd en weinig realistisch, zeker voor de emissies van (vracht)wagens. Die magere doelstelling staat in schril contrast met die van Brussel en Wallonië.

Een van de speerpunten op de klimaattop in Madrid is de kloof dichten tussen de doelstellingen in het klimaatakkoord van Parijs en de ambitie van de huidige nationale klimaatplannen die op tafel liggen. De Vlaamse regering sluit zich met dit plan niet aan bij de landen die begrepen hebben dat de klimaatcrisis nu al hard toeslaat in kwetsbare landen en die hun ambitie willen verhogen om de opwarming te beperken tot maximaal 1,5°C.

Transport: maatregelen met beperkt effect

We moedigen aan dat de nieuwe minister de teugels in handen neemt en een plan aflevert. Maar om tot een echte vermindering van de uitstoot in Vlaanderen te komen,  moet sterk ingegrepen worden op de transport- en gebouwensector. Dat doet dit plan niet: het schuift veel maatregelen naar voren die maar een kleine vermindering in de uitstoot opleveren.

Een voorbeeld hiervan is de snelheidsbeperking van 100 km/uur op de Brusselse Ring: een mooie maatregel, maar hij leidt slechts tot 0,2 procent van de benodigde CO2-reductie. Ter vergelijking: de slimme kilometerheffing die uit eerdere versies van het plan geschrapt werd zou mee tot 29 procent emissiereducties leiden in de sector transport.

Het is nog onduidelijk hoe we de beoogde modal shift kunnen behalen zonder een groot investeringsplan voor beter openbaar vervoer en zonder een slimme kilometerheffing. De ambitie om de bussen van De Lijn klimaatvriendelijker te maken is goed, maar voor het wagenpark ligt de lat te laag: ten laatste tegen 2030 zou de verbrandingsmotor bij nieuwe auto's verleden tijd moeten zijn. Het plan stelt dat alle nieuw verkochte personenwagens koolstofarm moeten zijn vanaf 2030, waarvan minstens de helft emissievrij. En aan daadkrachtige maatregelen om de uitstoot van het goederenvervoer te beperken ontbreekt het al helemaal.

Gebouwen: een stap achteruit

Voor woningen is het Vlaamse klimaatplan er zelfs op achteruitgegaan ten opzichte van het ontwerp van vorig jaar: van 11.992 GWh finale energiebesparing naar 7.625 GWh. Dat is zomaar eventjes 36 procent minder besparing. De verplichte renovatie na verkoop - dé sleutelmaatregel voor de residentiële sector - is geschrapt. Alternatieve stimulerende maatregelen kunnen dat gat niet dichtrijden. 

De regering verwacht erg veel van sloop-en hernieuwbouw: dat zou nu plots vijf maal zo veel besparingen moeten opleveren als in het ontwerpplan. Een nieuwe premie voor het versneld asbestvrij maken van daken zou 447 GWh energiebesparing moeten opleveren wanneer de eigenaars ook meteen hun dak isoleren. En lokale besturen moeten via klimaattafels wijkrenovaties op poten zetten en Vlaanderen 284 GWh aan besparingen opleveren.

Voor tertiaire gebouwen kiest het plan wél voor de juiste aanpak. Een energieprestatiecertificaat is verplicht vanaf 2025 en een minimum prestatielabel vanaf 2030 (2028 voor overheidsgebouwen). Er komt bovendien een dataplatform voor tertiaire gebouwen die benchmarking moet toelaten en zo achterblijvers moet aansporen om hun gebouw te renoveren. Ook veel potentieel heeft de besparingsverplichting van 2,09 procent energiegebruik per jaar voor lokale besturen. Deze aanpak heeft zijn nut al bewezen bij de Vlaamse overheidsdiensten zelf.

Hernieuwbare energie: zwakke doelstellingen en een vaag beleid

Ook op het vlak van hernieuwbare energie wegen de ambities en maatregelen te licht. De Europese Commissie tikte ons land al op de vingers voor de te lage doelstellingen (18,3 procent in plaats van de nodige 25 procent), maar Vlaanderen legt dat grotendeels naast zich neer. Onze regio houdt vast aan een verdubbeling van de plaatsing van zonnepanelen tegen 2030, terwijl dat minstens maal drie zou moeten. De beperkte verhoging van de doelstelling voor windenergie is een stap in de goede richting, maar brengt ons niet ver genoeg. 

Bovendien is het onduidelijk hoe Vlaanderen die doelstellingen wil bereiken. Zoals minister Demir zelf terecht stelde: doelstellingen op zich zijn onvoldoende, het zijn de maatregelen die het verschil kunnen maken. Voor wind- en zonne-energie beperken die maatregelen zich voorlopig tot het opmaken van een zonne- en windplan. Een vlag die veel ladingen kan dekken.

Ook voor groene warmte ontbreekt het aan voldoende ambitie en een sterk beleid. De beslissing geen stookolieketels meer toe te laten bij grondige renovaties, nieuwbouw of woningen waar een gasnet in de straat ligt is goed. Maar de vraag blijft hoe we de verwarming helemaal gaan vergroenen. Ook aardgas moet er immers op termijn uit. Het plan spreekt over de noodzaak van een verbeterd rendement voor warmtepompen. Maar dé maatregel die daarvoor kan zorgen - een verschuiving van de lasten op elektriciteit naar fossiele brandstoffen - is van tafel geveegd. Voor warmtenetten, die duurzame warmte op een collectieve manier verdelen, blijven de ambities ook bescheiden.

Tot slot rekent de regering sterk op biobrandstoffen voor transport. Dit is een federale maatregel die niet wenselijk is: biobrandstoffen veroorzaken ernstige duurzaamheids- en sociale problemen. 

Landbouw en natuur: het lichtpuntje van het plan 

De tekst bevat goede plannen die focussen op de dierlijke sector. Consumptie en productie krijgen beide een verantwoordelijkheid. Een beter evenwicht tussen dierlijke en plantaardige voeding prijkt als ambitie in de tekst. Aan productiezijde wordt de veestapelgrootte in vraag gesteld en voorzien van begeleidende maatregelen. De grote valkuil zit in de focus op technische oplossingen. Dergelijke systemen zijn in het verleden erg fraudegevoelig en moeilijk afdwingbaar gebleken. Fundamentele veranderingen aan ons voedingssysteem, zoals de omschakeling naar een meer agro-ecologisch landbouwmodel, bieden een echte oplossing maar worden nu vergeten. 

Wat de Vlaamse regering wel heeft begrepen, is dat samenwerken met de natuur een belangrijk onderdeel is van een klimaatstrategie. Zo erkent de nota dat door sterker in te zetten op onze natuurlijke valleien en het herstellen van bossen, moerassen en graslanden, we broeikasgassen uit de lucht halen én onze maatschappij en biodiversiteit weerbaarder maken tegen overstromingen, droogte en hittestress. Het is nu wachten op duidelijke budgetten en beslissingen die deze natuur- en landgebruikdoelen effectief kunnen verankeren.

Klimaatbeleid

Meer over Klimaatbeleid