Afbeelding ter illustratie | Ideogram

Von der Leyen steunt industrie van vandaag, maar daarom nog niet die van morgen

Afbeelding ter illustratie | Ideogram

De Guidelines eerder in op efficiëntie en “made in Europe”, maar het is onduidelijk hoe dit zich moet vertalen naar economische, sociale en ecologische voordelen.

Kortgeleden ploften de nieuwe Europese parlementsleden in hun zitjes in Straatsburg. Traditiegetrouw gaf herverkozen voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen een toespraak over haar political guidelines, die de Unie de komende 5 jaar hechter, sterker en vooral duurzamer moeten maken. Een hele boterham, die we hier voor uw gemak in sneetjes opdienen.

Op de kaart

Competitiviteit. Het stond in de sterren geschreven dat de Europese Commissie zich zou toespitsen op de concurrentiekracht van Europa’s bedrijven. De voorzitter kwam dan ook met een nieuwe Clean Industrial Deal, een Europees Concurrentiefonds en een Vice-Minister voor Vereenvoudiging en Implementatie. Deze beleidsfocus wordt geflankeerd door meer actie in het luik circulaire economie, investeringen in onderzoek en ontwikkeling en het opleiden van de arbeidskrachten in de vaardigheden die de industrie van morgen nodig heeft. Werkgeversorganisaties zullen alvast blij zijn dat de geest van de Antwerp Declaration for a European Industrial Deal er duidelijk doorklinkt.

Een Clean industrial deal

Maar ook voor de modale aardbewoner is er goed nieuws: de Green Deal blijft bestaan en de doelstelling van 90% uitstootvermindering tegen 2040 blijft behouden. De nieuwe Clean Industrial Deal moet deze doelstelling binnen de 100 dagen na het aantreden van de nieuwe Commissie concrete vorm geven, door een gunstig klimaat te scheppen voor bedrijven om deze doelen te bereiken. Dit omvat vereenvoudiging, investering en toegang tot goedkope, duurzame en veilige energie en grondstoffen.

Onderzoek & ontwikkeling in het hart van EU

Het Europese Concurrentiefonds voor strategische technologieën en projecten van algemeen belang geeft een tweede, duidelijke marsrichting aan. Groene, digitale en sociale transities moeten maximaal publieke en private investeringen krijgen en de Kapitaalmarktenunie moet voltooid, wat zo’n €470 miljard in extra investeringen kan opleveren.  De Europese Onderzoeksraad en de Europese Innovatieraad mogen ook rekenen op extra ondersteuning. Ten slotte ziet in 2025 ook een Europese Biotech Act het levenslicht. 

Jobs op de agenda? 

De Europese Unie wil tenslotte haar ambitie en actie op het gebied van vaardigheden en arbeidskrachten aanzienlijk vergroten. Dit omvat een focus op alle opleidingsniveaus en soorten onderwijs om zowel het concurrentievermogen van Europa als de loopbaanvooruitzichten van individuen te verbeteren. De oprichting van een "Unie van Vaardigheden" is daarbij essentieel, met nadruk op investeringen, volwasseneneducatie, levenslang leren, en erkenning van diverse opleidingen. De tekst spreekt van inzetten op betere basisvaardigheden, STEM-onderwijs, en meer betrokkenheid van meisjes en vrouwen in deze vakgebieden. Bovendien moet beroepsonderwijs versterkt en beter afgestemd worden op de arbeidsmarkt.

Versnelde transitie naar koolstofarme en circulaire industrie

Verder redeneerde de Europese Commissie dat de energieprijzen omlaag kunnen, door fossiele energie af te zweren. Daarom roept ze, in samenwerking met industrie, sociale partners en middenveld, een Industrial Decarbonisation Accelerator Act in het leven. Nieuwe koolstofarme industrieën, de benodigde infrastructuur en energie-intensieve sectoren krijgen allemaal een duwtje in de rug. Dit bevordert de ontwikkeling van schone technologie, versnelt planningsprocessen en verlaagt de energierekening voor bedrijven en huishoudens. 

Datzelfde streven naar zelfredzaamheid keert terug in de nieuwe Wet Circulaire Economie, die de vraag naar secundaire materialen en een interne afvalmarkt stimuleert, met speciale aandacht voor kritieke grondstoffen.

Gezondheidsplan met gaten

Milieuzorg en volksgezondheid gaan hand in hand. De Europese Commissie gaat dan ook voor meer preventieve gezondheidszorg en maakt een plan om kanker tegen te gaan. Maar de herziening van REACH, het overkoepelende Europese chemiekader zet de deur open voor risicovolle stoffen in ons lichaam.  Ook het PFAS-luik – “schep duidelijkheid!” – laat veel marge voor interpretatie toe, van een uniforme aanpak tot het scheppen van nieuwe normenkaders. 

Een paar keer goud, maar toch veel naast het podium

Op vlak van aandacht voor industrie, verdient de Europese Commissie alvast een gouden medaille. Maar daarmee hebben we nog niet de industriële transitie die we nodig hebben.

Zo zetten de Guidelines eerder in op efficiëntie en “made in Europe”, maar het is onduidelijk hoe dit zich moet vertalen naar economische, sociale en ecologische voordelen. Ook staat er weinig in over de grote energieuitdagingen. Hoe schakelen we naar een volledig geëlektrificeerde wereld? We hebben er het raden naar. 

Een nog grotere hamvraag: waar komt het geld vandaan? Tussen droom en daad staat een grote investeringskloof. De verstrengde begrotingsregels en de beloofde extra  middelen voor defensie maken deze kwestie extra gevoelig. Ook over de vraag welke industrieën kans maken op deze centen, worden we niet wijzer. Zij die al makkelijk toegang hebben tot grote fondsen, of de opkomende toekomstgerichte, klimaatneutrale technologiebedrijven?

Kortom, Europa verdient goud in de discipline “zet industrie bovenaan de agenda” – maar op “bouw een structureel toekomstgerichte en vooruitstrevende industrie” laat ze helaas heel wat medailles liggen.

Zware industrie

Meer over Zware industrie