De maatstaf voor afvalbeheer is de ladder van Lansink. Deze zet preventie, herdenken, hergebruik en herstel vóór recyclage. Foto: Freepik

Recyclagekampioen België daalt van de circulaire ladder

De maatstaf voor afvalbeheer is de ladder van Lansink. Deze zet preventie, herdenken, hergebruik en herstel vóór recyclage. Foto: Freepik

Het hoeft niet meer gezegd, Belgen zijn goed in afval sorteren en recycleren. Een echt circulaire economie vraagt echter een heel ander kaliber aan inzet. Bestaande en nieuwe Europese initiatieven zoals de Green Deal en het Europees Relanceplan maken de pijnpunten op Vlaams niveau zichtbaar.

Circulaire economie is veel meer dan recyclage. De maatstaf voor afvalbeheer is  de ladder van Lansink. Deze zet preventie, herdenken, hergebruik en herstel vóór recyclage. Afval voorkomen in plaats van verwerken, dus. De ladder van Lansink start bij het ontwerp, dé belangrijkste stap. Het bepaalt namelijk tot 80% van de milieu-impact van een product. Vlaanderen Circulair richt zich op dit ecodesign, maar de uitrol mag toch sneller gaan.

Vlaams beleid zonder voorwaarden

De Vlaamse regering besliste in november om via het Europees relanceplan 15 miljoen euro te investeren in bedrijven die inzetten op recyclage. Ook het statiegelddebat situeert zich aan het einde van de keten. Het Europese Relanceplan vraagt nochtans hervormingen met focus op groene technologieën, circulaire economie en biodiversiteit. Ook Vlaanderen doet beroep op deze pot maar we zien deze Europese voorwaarden niet in de ambities van OVAM en Vlaanderen Circulair. De criteria voor open calls kunnen een opfrissing met de ladder van Lansink gebruiken. De focus ligt nu nog overduidelijk op steun voor grote bedrijven die materialen op basis van fossiele brandstoffen willen recycleren. Die focus op eindproblemen in plaats van beginoplossingen is achterhaald. Tot zover onze pioniersrol.

Door de principes van Lansink te verankeren op Europees én Vlaams niveau geven we kansen aan nieuwe innovaties. Zeker wanneer het terugnemen van materialen en de recyclage ervan eigenlijk ook zelf gefinancierd kan worden door de producerende sector. Dit zou, net zoals het anders ontwerpen van producten voor hergebruik, binnen de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid moeten vallen.

Europa doet voorzet

Een van de volgende kansen wordt duidelijk op Europees niveau: het Sustainable Product Initiative vormt de Ecodesign directive om tot Ecodesign for Sustainable Product Regulation. Europa maakt de omslag van een focus op energie-efficiëntie naar brede verduurzaming van producten. Deze wetgeving wilt Europese producten verduurzamen: een oplossing voor de enorme uitstoot en het hoge grondstoffen- en landgebruik van de sector. Maar binnen deze wetgeving is er nog veel ruimte voor verbetering.

De nood aan duidelijke regelgeving voor intermediaire producten is duidelijk. En gezien Vlaanderen een uitgebreide verwerkende industrie heeft, zijn er veel mogelijkheden. Denk maar aan productontwerpvereisten op basis van levenscyclusanalyse, informatie- en labelverplichtingen, parameters in lijn met het akkoord van Parijs, circulaire bedrijfsmodellen, … Dit zorgt bovendien voor een concurrentieel voordeel dat op haar beurt ook landen buiten de EU aanzet om hun producten te verduurzamen.

Trede per trede

Het is tijd om de ladder van Lansink verder te beklimmen, om dan vast te schroeven in het beleid. Enkel zo krijgt circulaire economie de wind in de zeilen. De hele waardeketen van producten circulair maken kan via zoveel verschillende niveaus, beleidsinitiatieven en projecten, zoals de kaderrichtlijn afvalstoffen, de nieuwe richtlijn ecodesign, een toekomstvisie voor de industrie, openbare aanbestedingen, ...  Daarom is het belangrijk om bij elke trap goed na te denken wat er moet gebeuren. Inzetten op recyclage is fijn, onrecycleerbare producten verbieden is pas écht slim beleid. De ambitie om onze materialenvoetafdruk met 30% te doen dalen zal niet worden bereikt wanneer we blijven hangen op de laatste treden.

Circulaire businessmodellen

Meer over Circulaire businessmodellen