Ook industrie moet nu van het gas af

Tycho Van Hauwaert (Bond Beter Leefmilieu) en Domien Vangenechten (E3G) schetsen het toekomstperspectief voor de industrie.

Ook industrie moet nu van het gas af

Tycho Van Hauwaert (Bond Beter Leefmilieu) en Domien Vangenechten (E3G) schetsen het toekomstperspectief voor de industrie.

Hoe geraken we nog sneller van het Russisch gas af? Voor het antwoord op die vraag kijken politici vandaag vooral naar gebouwverwarming, waar warmtepompen gasketels moeten vervangen. Gek genoeg blijft de industrie, als grootverbruiker van aardgas, buiten het vizier. Het zou een kapitale investeringsfout zijn om nu niet van het Russisch én Amerikaans gas af te gaan.

De industrie voelt de hoge aardgasprijzen en de invloed van de Oekraïne-invasie hard binnenkomen. Zo moest de kunstmestindustrie haar productie noodgedwongen terugschroeven omdat de aardgasprijzen zo fors gestegen zijn, boeren betalen vandaag zomaar even het dubbele voor kunstmest. Eurochem, de grootste afnemer van de ammoniak van BASF kreeg dan weer sancties vanwege hun Russische oligarch-investeerders. Wie de tijdingen uit onze industrie volgt, kan er niet omheen: de uitdagingen zijn groot en de sterke afhankelijkheid van aardgas is daar niet vreemd aan. Van de 190 TWh aardgas die in België wordt gebruikt is ongeveer een derde voor de industrie. De industrie slaagde er de afgelopen 10 jaar trouwens niet in haar gasverbruik te reduceren.

De politieke wereld, zowel nationaal als Europees, reageerde zonder veel verbeelding. Er wordt teruggegrepen naar meer ondersteuningsmaatregelen en de regels rond staatssteun worden opengebroken. Het zijn klassieke recepten om de industrie door een crisis te loodsen. Maar een duurzame oplossing is het allerminst, dat bewijst de crisis van 2008. Zelfs na de gigantische steun die ze ontvingen, zijn vele industriële sectoren nog altijd niet bekomen van de financieel-economische schok van 14 jaar geleden. Tegelijk produceren ze wel nog steeds op exact dezelfde manier, terwijl de klimaatcrisis vraagt om een omslag. Hoog tijd voor een grondiger recept.

En dat betekent dat dit het moment is om iets te doen aan de afhankelijkheid van gas. In plaats van Russisch gas te vervangen door Amerikaans schaliegas, en nog meer steun richting fossiele projecten te geven, moeten we de industrie klaarstomen voor een nieuw tijdperk, een nieuwe industriële revolutie.

In plaats van Russisch gas te vervangen door Amerikaans schaliegas, en nog meer steun richting fossiele projecten te geven, moeten we de industrie klaarstomen voor een nieuw tijdperk, een nieuwe industriële revolutie.

Batterijenproductie, hernieuwbaar wingewest & lokale maakindustrie

De kansen voor een strategisch autonomer Europa zijn groot. Wat moet voorop staan? Onafhankelijker worden van grondstoffen, lokale maakindustrie aantrekken, batterijenproductie, maar ook onze eigen hernieuwbare energie opwekken. Het is dan ook een verkeerd signaal aan de industrie om de prijzen van gas en energie nu te plafonneren. Juist nu, meer dan ooit, moet de prijsprikkel werken om de keuzes van de industrie te sturen.

Volgens twee verschillende recente studies van de Duitse denktank AgoraEnergiewende en van E3G kan de Europese industrie zeker 20% van haar gasconsumptie uitsparen tegen 2025. Maar dan moeten we nú versnellen: efficiënter gebruik maken van energie, warmtepompen invoeren, directe elektrificatie en hybride brandstofsystemen bij lage en middelhoge temperaturen. Tegelijk blijft één van de meest cruciale maatregelen circulariteit: door minder materialen te gebruiken en een betere recyclage.

Plannen op korte én lange termijn

Dat kan klinken als een ver van ons bed-show. Maar 2050 zal er snel zijn. Ook op korte termijn moet onze industrie plannen maken. Zeker daar waar de technologie beschikbaar is. Denk maar aan de elektrificatie van boilers op lage temperatuur. Dit kan een verplicht onderdeel worden in elke klimaatroadmap, in ruil voor subsidies, als onderdeel van de energiebeleidsovereenkomsten (EBO’s). Maar ook circulariteit moet voorop. Efficiënt met materiaal omgaan, betekent ook: minder nood aan energie en kost om nieuwe materialen te produceren.

In de coulissen warmt het Vlaams agentschap voor innoveren en ondernemen  (VLAIO) zich op om de Vlaamse Klimaatsprong van minister Crevits uit te rollen. Dat moet de blauwdruk worden om onze Vlaamse industrie in lijn te brengen met de klimaatdoelstellingen.

Vandaag moeten we al versneld inzetten op het laaghangend fruit. Processen op lage en middelhoge temperatuur moeten elektrisch worden en in Vlaanderen is er veel potentieel (dat is 40% van de industrieprocessen). Dat is vandaag al kosteneffectief en heeft een beperkte terugverdientijd. In de Chemelot-cluster bijvoorbeeld wilt men al elektrische stoomketels (van max 40 MW) in dienst nemen. 

Maar er is ook een structureel perspectief nodig. Een langetermijnstrategie met een volledige omslag van alle industriële processen richting een circulair, hernieuwbaar en klimaatneutrale industrie. Dat kan alleen maar lukken met een ambitieus beleidskader. Enerzijds om onze industrie hier te bestendigen en welvaart en jobs te verzekeren, maar ook om principes zoals circulariteit en klimaatneutraliteit echt voet aan grond te doen krijgen.

Oekraïnecrisis Zware industrie

Meer over Oekraïnecrisis, Zware industrie