De herziene Europese ambities zullen ook leiden tot hogere doelstellingen voor België. (c) Sarah Hennin

Kan de energietransitie niet wat sneller?

De herziene Europese ambities zullen ook leiden tot hogere doelstellingen voor België. (c) Sarah Hennin

Kan het niet sneller? Dat is de centrale vraag bij de uitbouw van wind- en zonne-energie in Vlaanderen. En ja, het kan. Grotendeels omdat de prijzen voor wind- en zonne-energie aanzienlijk lager zijn dan die voor energie uit thermische centrales. Maar de markt alleen zal niet voor de nodige versnelling zorgen. Welke beloften heeft de Vlaamse regering gedaan en wat is daarvan al uitgevoerd?

Zonne-energie

De Vlaamse Regering streeft met haar zonneplan 2025 naar een geïnstalleerde vermogen zonne-energie van 6,7 GW in 2030. De doelstellingen worden vlot gehaald: iets minder dan 4,9 GW is al geïnstalleerd. Maar de ambitie ligt dan ook veel te laag. Vorig jaar bedroeg de toename 518 MW, wat verre van een recordcijfer is: in 2011 steeg het vermogen met 833 MW, in 2020 met 722 MW.

De streefwaarden moeten en kunnen dringend fors hoger, zeker nu zonne-energie fors goedkoper is dan thermische. Uit de laatste scenario's van het onderzoekscentrum EnergyVille blijkt dat 25 GW geïnstalleerde zonne-energie tegen 2030 ons land heel wat kosten zou besparen. Als Vlaanderen de helft hiervan voor zijn rekening neemt betekent dat dus bijna een verdubbeling van de huidige doelstelling en gemiddelde toename. Het is belangrijk dat deze doelstelling dan ook in het geactualiseerde Vlaamse Energie- en Klimaatplan (VEKP) wordt opgenomen, zodat zij ook kan doorwerken in de planning van de distributienetten.

Windmolens bouw je op draagvlak

Het windplan 2025 van minister Demir stelt als doel om naar 2,5 GW onshore wind te gaan tegen 2030. Ook die ambitie is aan de magere kant: 3 GW zou zeker haalbaar moeten zijn. Na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne aankondigde kondigde Demir wel aan om de jaarlijkse ambitie voor windmolens op te trekken van 100 MW per jaar naar 150 MW.

Nog belangrijker dan de cijfers zijn de vergunningsprocedures voor windmolens. Want je mag nog zo ambitieus zijn, als vergunningen vastlopen in de rechtbank, geraak je ook niet vooruit. Nieuwe windmolens lokken veel protest uit in het verkavelde Vlaanderen. Het is belangrijk om rekening te houden met de impact op vogels en vleermuizen en met geluidshinder en slagschaduw voor omwonenden. Met transparante procedures met ruime inspraak kunnen plannen tijdig bijgestuurd kunnen worden. Daar zet het windplan 2025 ook op in, maar in de praktijk blijft het toch wat aanmodderen.

Voor de milieubeweging was het Milieueffectenrapport (MER) rond de nieuwe windnormen een gemiste kans. Dit MER was dé kans om een maatschappelijk debat over windenergie in Vlaanderen te voeren. Het werd echter een verplicht nummertje waarbij een studiebureau werd aangesteld om berekeningen uit te voeren, waarna de huidige geluids- en slagschaduwnormen werden bevestigd. Dat heeft het voordeel van de duidelijkheid, maar zo werk je niet aan een groter draagvlak over de noodzaak van windenergie als onderdeel van de transitie naar een klimaatneutraal Vlaanderen.

Ook burgerparticipatie in windparken heeft positieve invloed op draagvlak voor windenergie. Terwijl dat in Nederland en Wallonië en ook op eigen federale niveau wettelijk gegarandeerd is, staan we in Vlaanderen nog erop te wachten.

Positief is dat voortaan de ministers en niet langer de provincies de vergunningen aflevert. Daardoor valt de eerdere beroepsmogelijkheid bij de minister weg en kan een vergunningsprocedure ongeveer zes maanden sneller.

Ondertussen blijven er nog heel wat open doelkansen liggen voor meer wind in Vlaanderen. Denk maar aan het aanpakken van de verouderde radar-infrastructuur voor luchthavens, die het nu onmogelijk maken om windmolens in de buurt van luchthavens te bouwen. Of de mogelijkheden om windmolens te bouwen op overheidsgronden, waarvoor minister Demir vorig jaar toch een studie opstartte. Ook repowering biedt kansen: het vervangen van verouderde windmolens door nieuwe exemplaren met meer vermogen.

Fit for 55 package: 45% hernieuwbare energie tegen 2030

Meer ambitie voor hernieuwbare energie is bovendien noodzakelijk om de hogere EU-doelstellingen van het "Fit for 55"-pakket te halen. Deze worden verhoogd van 32% naar 45% omdat ze niet in lijn zijn met het Akkoord van Parijs. Dat zal ook leiden tot hogere doelstellingen voor België. De actualisering van het NEKP moet hier dus rekening mee houden.

Ter herinnering: België kon de 2020-doelstelling van 13% hernieuwbare energie enkel halen door groenestroomcertificaten te kopen in het buitenland. Het huidige Nationale Energie- en Klimaatplan (NEKP) mikt op 17,5% tegen 2030. De Europese Commissie was alvast niet onder de indruk: om adequaat bij te dragen aan de EU-doelstelling, moet België streven naar ten minste 25%. Na de herziening, zal dit nog hoger liggen. De drie gewesten gaan dus een stevige tand moeten bijsteken als België qua hernieuwbare energiebronnen niet de Europese hekkensluiter wilt worden. 

Route 24 Zonne-energie Windenergie Fit for 55

Meer over Route 24, Zonne-energie, Windenergie, Fit for 55