Of een weg traag is, hangt af van de gebruikers. En die gebruikers zijn wij allemaal, meer dan 6 miljoen Vlamingen. Iets om te koesteren dus. -  © Hendrik Moeremans

Hulde aan de tragewegenactivist

Of een weg traag is, hangt af van de gebruikers. En die gebruikers zijn wij allemaal, meer dan 6 miljoen Vlamingen. Iets om te koesteren dus. -  © Hendrik Moeremans

Het kostte soms bloed, zweet en tranen, maar de voorbije 50 jaar hebben we met de milieubeweging straffe veranderingen teweeggebracht. Herbeleef in de artikelreeks 'Krachten bundelen voor de toekomst' de mooiste overwinningen en belangrijkste realisaties. Aflevering 3: hulde aan de tragewegenactivist.

Tragewegenactivist (z.nw. de ~ (m.) ~en). Trage wegen-activist is een term die in het Vlaams woordenboek pas 20 jaar geleden opduikt. Opmerkelijk, want de saga van buurtwegen is bijna even oud als die van België zelf. Eerst gaat alles een eeuw lang goed. Dan duiken er een halve eeuw lang tal van problemen op. Vervolgens klinken stemmen voor verandering. Trage wegen vzw ontstaat en de Vlaamse overheid zet het thema op de agenda. 

Eerst en vooral ere wie ere toekomt: in september 2000 publiceert de uitgeverij Lannoo één van haar vele wandelgidsen. Niemand kon bevroeden dat dit boekje een heuse kettingreactie op gang zou brengen. De auteur is Paul Maes, journalist gespecialiseerd in het actief toerisme. De publicatie draagt als titel “Langs Trage wegen. Tochten langs groene wegen in Vlaanderen”. 

Daarin ging Maes op zoek naar de verschillende soorten buurtwegen in Vlaanderen. Bijna allemaal hebben ze historische roots. De geschiedenis van sommige veld- of kerkwegels gaat terug tot in de Romeinse tijd. Het zijn relicten die getuigen van oude verbindingen tussen dorpskernen (kerkwegels), veld- en boswegen, onverharde holle wegen, vroegere doorgangen voor landbouwers (karrensporen), wegen die werden gebruikt om boten voort te slepen (jaag- en dijkpaden op oeverstroken) of van verdwenen trein- en tramverbindingen. Trage wegen vertellen heel wat over de eigenheid van een dorp of een streek. Ze zijn vaak levend erfgoed waarover heel wat anekdotes en legendes bestaan. Denk maar aan de smokkel- en molenpaadjes.

Naast vele kaarten en beschrijvingen voor heerlijke wandelingen, schrijft Maes nog een afsluitend hoofdstuk met als centrale boodschap: het is erg gesteld met ons patrimonium aan trage wegen, ze verdwijnen in razend tempo, er is te weinig maatschappelijke aandacht voor en er is dringend nood aan een revival. De verdienste van Paul Maes is dubbel. Hij introduceert als eerste de term ‘trage wegen’ en hij doet een duidelijke oproep.

Loi sur les chemins vicinaux et Atlas des chemins vicinaux

Hoe is het zover kunnen komen? Nauwelijks elf jaar na de onafhankelijkheid van België, verschijnt op 10 april 1841 een wet die de gemeentelijke wegen onder een eenvormig administratiefrechtelijk statuut plaats: de buurtweg is geboren. De wet regelt de erkenning en afbakening van buurtwegen, het onderhoud en de verbetering van buurtwegen, de verbreding, het rechttrekken, het openstellen en de afschaffing van buurtwegen, de buurtwegpolitie en de provinciale verordeningen inzake buurtwegen.

Dat de Atlas der Buurtwegen bestaat, is een rechtstreeks gevolg van deze wet. Deze Atlassen der Buurtwegen zijn opgesteld in het Frans, de administratieve taal van België in 1843-1845. In de loop van de jaren 1850 werden ze per gemeente aangemaakt. Om de lokale wegen te bescherm tegen pogingen van bewoners om ze in het geniep in te palmen, wilde men een inventarisatie maken van alle openbare wegen en van "private wegen met openbare erfdienstbaarheid". Elke weg kreeg een eigen nummer. Latere wijzigingen, zoals nieuwe, verplaatste of verdwenen wegen, werden niet op de kaarten zelf aangeduid, maar werden gepubliceerd op aparte leggers of in gemeenteraadsbesluiten. De detailplannen uit de atlas gelden als rooilijnplan voor gemeentewegen. De documenten bevatten uitgebreide tabellen met de genummerde wegen en onder meer hun richting, afmetingen, de gangbare namen, bestemming en onderhoud, en eventuele bruggen. Daarnaast vormen de atlassen nu een belangrijk historisch document dat het landschap van Vlaanderen rond 1840 schetst.

Gaandeweg werden onze buurtwegen meer en meer beschouwd als een vervelend obstakel om Vlaanderen vol te leggen met autowegen.

Buurtwegen kunnen gemaakt, gewijzigd en geschrapt worden door een gemeenteraadsbesluit. De wet op de buurtwegen was een sterk juridisch kader dat tot in de tweede helft van de 20ste eeuw zijn dienst bewees. Geleidelijk aan erodeerde het kader.

Sinds de jaren 1960 bouwde ons land het dichtste autowegennet van Europa uit. Via ruilverkavelingen werd ons landbouwareaal hertekend richting schaalvergroting. Door de gemotoriseerde scheepvaart raakten trekwegen langs bevaarbare rivieren en kanalen in onbruik. Het buitengebied van Vlaanderen raakte verkaveld voor de bouw van honderdduizenden eengezinswoningen. We verplaatsten ons steeds minder te voet en met de fiets, maar met de auto. 

Gevolg: onze buurtwegen werden een obstakel voor deze trends. Steden en gemeenten schaften ze massaal af. Niet afgeschafte buurtwegen raakten in onbruik, gingen onzichtbaar op in het landschap, raakten ondergeploegd door landbouwers of werden ingenomen door opritten en tuinen in onze verkavelingswijken.

Eind jaren ‘90 vielen de atlassen letterlijk van ouderdom uit elkaar. Aparte leggers en gemeenteraadsbesluiten werden slecht gearchiveerd. Het geheel was niet digitaal raadpleegbaar. Kortom… een zootje. Dit kon en moest anders.

Fast Forward 

Het internet is nog pril. E-mail is nog lang geen dagelijks communicatiemiddel in 2001. Toch gonst het van digitale activiteit. Piet Hardeman (Grote Routepaden), Erik Grietens en Danny Jacobs (BBL), Gilbert Penninck (Weg Weg Wegen vzw) en Marc Van Damme (tragewegenactivist in het Hageland) besluiten de handen in elkaar te slaan en een belangenvereniging op te richten. Andere verenigingen zoals Pasar vzw, Natuurpunt vzw en de Scouts- en Meisjesgidsen (VVKSM) worden gecontacteerd. Visie, missie en ontwerpstatuten volgen. 

Op 12 juni 2002 was het dan zover. In café Oud Munte, landelijke deelgemeente van Merelbeke, werd de vereniging officieel boven de doopvont gehouden. De oprichting weerspiegelde de tijdsgeest: de organisatie opende perspectieven op het snijvlak van diverse vraagstukken die toen aan maatschappelijk belang wonnen. Buitensporten zoals wandelen, fietsen of mountainbiken hadden de wind in de zeilen. Debatten over duurzaamheid en levenskwaliteit werden almaar acuter. Terwijl het autoverkeer verder groeide, nam de ongerustheid over verkeersveiligheid en luchtkwaliteit toe. En ondertussen had de ecologie aangetoond dat natuurbehoud zich niet kon beperken tot de grotere natuurreservaten, maar ook de bescheiden groene ‘punten en lijnen’ in het landschap moest opwaarderen.

In hetzelfde jaar trad Freek Verdonckt, de eerste professionele medewerker, in dienst. Merelbeke werd het proefterrein. Samen met de lokale Werkgroep Trage Wegen werden alle parochiezalen in de deelgemeenten en wijken gevuld met buurtbewoners die herinneringen kwamen delen over hun favoriete trage weg: een smokkelwegel tijdens de oorlog, een vrijerswegel tijdens de jaren ‘60, een favoriete fietsverbinding naar de dorpsschool in de jaren ‘80, de toegangsweg naar een nieuwe natuurgebied in de jaren ‘90, een potentiële wandelweg in de jaren 2000… Via het project ‘geef de baan een naam’ traden meer dan honderd trage wegen uit hun anonimiteit. Ze kregen een welluidende naam, een straatnaambord en er verschenen wandelkaarten.

Nadien ging het snel. De vzw verliet het secretariaat van BBL in Brussel en trok naar Gent. Andy Vandevyvere en Steven Clays bouwen de vereniging gestaag uit vanaf 2007. Het 13-koppig team realiseerde inmiddels projecten in een derde van de Vlaamse steden en gemeenten en dit volgens een beproefd recept: inventariseren, digitaliseren, publieksparticipatie en toekomstperspectieven uitwerken. Einddoel: de trage wegen weer verankeren in het gemeentelijk en stedelijk landschap. De vzw kan terugvallen op meer dan 40 lidorganisaties, met een gezamenlijke achterban van zo'n 400.000 mensen. Op zijn beurt ondersteunt Trage Wegen vzw een dertigtal lokale werkgroepen die actief bezig zijn met de lokale herwaardering van trage wegen. BBL vormt binnen het bestuur via zijn twee oprichters het collectief geheugen van de vzw en ondersteunt de vereniging met raad en daad.

Trage wegen zijn groene punten en lijnen in het landschap.

Nieuw juridisch statuut voor trage wegen

Trage Wegen vzw was het de voorbije 15 jaar voortrekker in de juridische bescherming van trage wegen. Meerdere keren slaagde de vzw erin om nefaste wetgevende initiatieven van de Vlaamse meerderheidspartijen te verijdelen. Die wilden komaf maken met de oude wet op de buurtwegen uit 1841 en een eigen Vlaams decretaal kader scheppen. Een Vlaams kader dat minder bescherming en rechtszekerheid zou bieden dan de oude Belgische wet. De vzw kon in haar verzet terugvallen op de juridische kennis van Prof. Dr. Anne-Mie Draye, die in 2002 doctoreerde op dit thema. 

Tijdens de vorige legislatuur 2014-2019 werden intensieve gesprekken gevoerd met de vertegenwoordigers van N-VA, Open VLD en CD&V. Op 1 september 2019 trad het decreet “houdende de gemeentewegen” in werking. Dit decreet regelt het statuut van alle openbare wegen, ongeacht hun ontstaanswijze of hun oorsprong, die door de lokale besturen worden beheerd. Het biedt voor de toekomst ook een juridisch kader voor de trage wegen, gemeentewegen die  hoofdzakelijk bestemd zijn voor niet-gemotoriseerd verkeer. Materies die raakvlakken vertonen met het wegenrecht, zoals ruimtelijke ordening en onteigening, werden in aanzienlijke mate gewijzigd. De verbanden tussen ruimtelijke ordening en wegen werden aangehaald, met onder meer de uitwerking van geïntegreerde procedures. Bijzonder interessant is de actuele betekenis van de Buurtwegenwet en de Atlas der Buurtwegen. Hoewel de Wet intussen werd afgeschaft, zullen we allicht nog een lange tijd discussies krijgen over de inname van buurtwegen en de eventuele verjaring ervan. 

Vzw Trage Wegen blijft opkomen voor paden of wegen die bestemd zijn voor niet-gemotoriseerd verkeer. Wandelaars, fietsers en ruiters zijn de belangrijkste gebruikers. We moeten ze anno 2021 overal kunnen gebruiken in Vlaanderen: op het platteland, in een dorpskern of verkaveling en zelfs in de stad. Verhard of onverhard, breed of smal: een trage weg moet alle vormen kunnen aannemen. Of een weg traag is, hangt af van de gebruikers. En die gebruikers zijn wij allemaal, meer dan 6 miljoen Vlamingen. Iets om te koesteren dus.

Natuurgebied Trage Wegen 50 jaar krachten bundelen

Meer over Natuurgebied