De kern van de zaak: hoe trekken we het aandeel hernieuwbare energie in de hele Belgische economie op van nog geen 10% nu tot 100% tegen 2050? Een uitstap uit het kernenergiedebat dringt zich op. - © Nicolas Hippert

18 jaar na de wet op de kernuitstap: waarom kwam die er ook weer?

De kern van de zaak: hoe trekken we het aandeel hernieuwbare energie in de hele Belgische economie op van nog geen 10% nu tot 100% tegen 2050? Een uitstap uit het kernenergiedebat dringt zich op. - © Nicolas Hippert

In november komt de kernuitstap op de tafel van de federale regering, hopelijk voor de laatste keer. Nu de verhitte discussie weer hoog oploopt, is het goed om terug te kijken: waarom nam de politieke wereld deze beslissing ook weer in 2003?

Gegronde vrees

De beslissing in 2003 om uit het kernenergieverhaal te stappen, was in belangrijke mate ingegeven door de hoge risico’s die verbonden zijn met deze vorm van energie, meer bepaald het risico op ongevallen en het proliferatierisico. De recente geschiedenis heeft aangetoond dat deze vrees niet ongegrond is.

In maart 2011 schrikte de ontploffing van een kerncentrale in het Japanse Fukushima de wereld op. Dat zoiets ook in Japan kon gebeuren, waar een cultuur heerst om alles twee keer te controleren, was een echte eyeopener. Hele gebieden moesten worden ontruimd: de totale kosten worden geraamd tussen 300 à 600 miljard euro, de exploitant TEPCO zal slechts voor een fractie ervan opdraaien.

Maar ook dichter bij huis bleken kerncentrales minder veilig dan gedacht. In Doel 1 werd een lek ontdekt in het nucleaire gedeelte, geen plek waar je zomaar een lasser naartoe kan sturen. De reactormantels van Doel 3 en Tihange 2 bleken dan weer vol scheurtjes te zitten. En dat de mens altijd de zwakste schakel is in elk veiligheidsprogramma, werd uitvoerig bewezen door de sabotage van Doel 4. Recent werd dit dossier juridisch afgesloten: de dader werd nooit gevonden.

Ondertussen is de wereld er niet veiliger op geworden. Europa heeft een golf van aanslagen achter de rug. Ook ons land bleef niet gespaard. In die periode zat de angst voor een zogenaamde vuile bom er goed in. Niet onterecht, want uit in beslag genomen videomateriaal bleek dat terroristen wel degelijk toplui uit de nucleaire sector in de gaten aan het houden waren.

Onopgelost probleem

Het kernafval, nog een reden om in 2003 voor de kernuitstap te kiezen. Die berg groeit ondertussen verder aan terwijl een oplossing uitblijft. Maar het is niet alleen een technologische vraag, ook een economische. Tegen 2025 zou er 18 miljard euro in het Synatom-fonds moeten zitten om er de ontmanteling van de kerncentrales en de berging van het nucleaire afval mee te betalen. Maar de vrees is dat de echte kost wel eens het dubbele zal zijn. Wie zal daarvoor opdraaien? 

Er is wél een alternatief

In het parlementaire debat naar aanloop van de wet op de kernuitstap, wierpen tegenstanders toen op dat er te weinig alternatieven zijn om kernenergie ter zijde te schuiven. Het potentieel aan hernieuwbare energie zou te beperkt zijn om het continu stijgend stroomverbruik bij te houden. Ze hadden het twee keer bij het foute eind.

Ten eerste heeft het Ampère-rapport, dat toen werd opgemaakt, het potentieel aan energiebesparing fel onderschat. Het trok de historische groei van het elektriciteitsverbruik blindelings door naar de toekomst. De werkelijk was anders, onder meer dankzij het normeren van elektrische apparaten piekte ons stroomverbruik in 2006, om daarna te stabiliseren.

Ten tweede miskeek de Ampère-commissie zich op het potentieel aan hernieuwbare energie. Enkel windenergie en biomassa zouden een rol van betekenis spelen, zonnestroom zou pas op lange termijn kunnen bijdragen. Voor 2020 rekende de commissie op een potentieel niet hoger dan 10% van het elektriciteitsverbruik. Ook hier is de werkelijkheid totaal anders: hernieuwbare energie staat momenteel in voor 20% van onze stroomvoorziening en zonnepanelen zijn de normaalste zaak van de wereld geworden. De hernieuwbare realiteit staat dus in schril contrast met de nucleaire droom.

We hadden al veel verder kunnen staan, mocht de wet op de kernuitstap niet besmet zijn geweest door een overmachtsclausule.

De overmachtsclausule als Trojaans paard

En we zijn niet aan het einde van de duurzame rit. Er zijn nog vele aftandse apparaten in werking, waarvan de vervanging zichzelf zo terugverdient en er zijn nog veel meer daken zonder dan mét zonnepanelen.

We hadden daarin al veel verder kunnen staan, mocht de wet op de kernuitstap niet besmet zijn geweest door een overmachtsclausule. Die clausule kon de kernuitstap vertragen, mocht de bevoorradingszekerheid in het gedrang komen. Alle regeringen na Verhofstadt I hebben zich achter die clausule verstopt, in de plaats van werk te maken van een alternatief voor kernenergie. 

En zo zijn we aanbeland bij de historische beslissing die deze regering De Croo I in november kan en moet nemen: door de nucleaire pagina definitief om te slaan, kan ze dit deeldebat van de energietransitie definitief afsluiten en gaan naar de kern van de zaak. Hoe trekken we het aandeel hernieuwbare energie in de hele Belgische economie op van nog geen 10% nu tot 100% tegen 2050? De tijd voor een echte Belgische Energiewende is aangebroken. Een uitstap uit het kernenergiedebat dringt zich op.

Kernuitstap

Meer over Kernuitstap