Zo zorg je als politicus voor betere spullen in vier stappen

Minister van Consumentenzaken Kris Peeters (CD&V) laat het fenomeen van geplande veroudering onderzoeken. Ook is hij van plan om de  garantietermijn voor de eerste twee jaar te versterken. Testen bewijzen dat de kwaliteit van producten al jaren achteruit holt en dat sommige fabrikanten inderdaad rommel op de markt brengen die gemaakt is om te falen. Om de minister Peeters verder op het juiste pad te helpen, presenteren we vier ideetjes voor een duurzaam productenbeleid.

Verbeter kwaliteit producten

Twee jaar garantie is eigenlijk belachelijk weinig. Test-Aankoop pleitte eerder al voor een uitbreiding van de garantieperiode naar vijf jaar. Dat vinden ook wij een redelijk uitgangspunt, waarbij het logisch is dat onderscheid gemaakt wordt tussen zeer verschillende producten zoals een koelkast en een smartphone. Een aanvullend voorstel: een rating of score voor de duurzaamheid en repareerbaarheid van producten, om hun kwaliteit officieel vast te stellen.

Maak van repareren een recht

De iPhone kun je enkel met een speciale Apple-schroevendraaier openen en de batterij is bijzonder lastig te vervangen. Je kunt je afvragen of je eigenlijk nog wel eigenaar van je product bent als je het niet zelf kunt openen en repareren. Slechte praktijken die repareerbaarheid bemoeilijken, zoals het verlijmen van componenten, moeten zoveel mogelijk worden uitgebannen.

Reparatie moet ook niet enkel voorbehouden zijn aan de producenten. Lokale reparatiewinkeltjes moeten alle bruikbare informatie krijgen die nodig is om producten te herstellen. Denk hierbij aan op reparatie gerichte handleidingen, diagrammen en codes. Die informatie moet gratis openbaar worden gemaakt op het moment dat een product op de markt verschijnt. Daarnaast moeten producenten voor een minimum aantal jaren tegen schappelijke prijzen onderdelen aanbieden die nodig zijn voor de reparatie.

Laat de burgers kiezen

Doe als Frankrijk. Daar bestaat een wet tegen geplande veroudering die producenten verplicht de burgers te informeren over de levensduur van hun producten. Zo krijgen apparaten als het ware een ‘houdbaarheidsdatum’, waardoor enerzijds mensen worden geholpen om te kiezen voor duurzamere producten en anderzijds producenten worden gemotiveerd om diezelfde producten beter te ontwerpen. Bovendien maakt zo’n initiatief mensen bewust van het belang van kwaliteitsproducten die lang meegaan.

Maak een tweede taxshift

De vorige taxshift ligt nog vers in het collectieve geheugen, maar de transitie naar een kringloopeconomie met duurzamere producten heeft nood aan nieuwe en gerichte fiscale stimuli. Arbeidsintensieve taken zoals reparatie, ‘remanufacturing’ en het beschikbaar maken voor hergebruik, moeten minder kosten. Producten die gemaakt zijn van gerecycleerd materiaal, zouden goedkoper moeten zijn. Het verbruiken (dat is niet hetzelfde als ‘gebruiken’) van grondstoffen moet duur zijn. Zo’n taxshift stimuleert ook nieuwe initiatieven binnen de deeleconomie, waardoor producten weer veel efficiënter kunnen worden gebruikt.