Windmolens maken vooral veel wind in de gerechtsgebouwen

Uit enkele recente parlementaire vragen (1) blijkt dat de inplanting van nieuwe windmolens in Vlaanderen nog steeds moeizaam verloopt. Uit een vraag aan Vlaams minister voor Ruimtelijke Ordening Philippe Muyters (N-VA) blijkt dat er in 2011 welgeteld 95 bouwvergunningen werden afgeleverd voor windmolens, terwijl 83 vergunningen werden geweigerd. Van de 95 afgeleverde vergunningen werden er maar liefst 65 aangevochten bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. In 23 gevallen gingen exploitanten in beroep tegen een geweigerde vergunning.

Het blijkt dus dat over het merendeel van de aanvragen ultiem beslist wordt door de rechtbank, niet door de bevoegde minister. Een en ander leidt tot de bedroevende conclusie dat de jaarlijkse productie van groene elektriciteit uit windmolens slechts 0,6% van het elektriciteitsverbruik in Vlaanderen bedraagt.

De vele juridische procedures wijzen nogmaals op een gebrek aan maatschappelijk draagvlak voor nieuwe windmolens in de omgeving. Volgens een onderzoek van de Universiteit Antwerpen over de sociale aanvaardbaarheid van windmolens, moet daarom meer geïnvesteerd worden in vroegtijdige participatie van burgers.

Opmerkelijk is dat de studie tot de bevinding komt dat niet het NIMBY-effect (not in my back yard), noch de algemene perceptie over windmolens aan de basis liggen van protest tegen windmolens. Want de doorsnee Vlaming staat eerder positief tegenover windenergie als nieuwe technologie, ook in de eigen omgeving. Het probleem zit vooral bij het gebrek aan inspraak vooraf en het gebrek aan mogelijkheden voor financiële participatie achteraf, waardoor enkel de tegenstanders worden gemobiliseerd.

Bij de herziening van het decreet ruimtelijke ordening werd enkele jaren geleden beslist dat voor windmolens in landbouwgebieden voorafgaandelijk geen ruimtelijk plan meer moet opgemaakt worden, maar enkel een bouw- en milieuvergunning nodig is. Volgens het onderzoek was dat geen goed idee. het veroorzaakt een stormloop van aanvragen, waarbij concurrerende bedrijven tientallen vergunningen tegelijk aanvragen voor dezelfde percelen.

Dat zorgt dan weer voor veel onduidelijkheid, het verontrust lokale gemeenschappen en het zorgt ervoor dat enkel de tegenstanders worden gemobiliseerd. Met als gevolg dat de vergunningsprocedures helemaal vastlopen. Om een dergelijke windrush te vermijden en ook de vele voorstanders van windenergie aan te spreken, pleit het onderzoek er voor om af te stappen van individuele vergunningsaanvragen en werk te maken van een breed planproces dat mogelijkheden biedt voor een vroegere interactie met de buurt. Werken via ruimtelijke plannen biedt ook meer mogelijkheden voor een betere landschappelijke inpassing van windmolens. Het willen versnellen van vergunningsprocedures zonder betere inspraakmogelijkheden heeft dan ook geen enkele zin, het werkt zelfs contraproductief.

Ook moeten volgens het onderzoek afspraken gemaakt worden over het financieel beheer van windmolens. Want de ongelijke verdeling van lusten en lasten – waarbij de winsten vooral gaan naar de ontwikkelaars en de lasten vooral voor de lokale gemeenschap zijn – stuit burgers tegen de borst. Daarom moet volgens het onderzoek werk gemaakt worden van systemen van financiële participatie voor omwonenden en het gemeentebestuur, waarbij de winsten die gemaakt worden met windmolens opnieuw geïnvesteerd kunnen worden in de lokale gemeenschap. Door het op deze manier aan te pakken maak je een buurt warm voor nieuwe windmolens, in plaats van enkel de tegenstanders tegen je in het harnas te jagen.

(1) De parlementaire vragen:

http://www.vlaamsparlement.be/Proteus5/showSchriftelijkeVraag.action?id=670488

http://www.vlaamsparlement.be/Proteus5/showSchriftelijkeVraag.action?id=663269

(2) De studie ‘Wie wind zaait, zal storm oogsten? De sociale aanvaardbaarheid van onshore windenergie in Vlaanderen”, Onderzoeker Yves Perpermans en prof. Ilse Loots, Universiteit Antwerpen, november 2011.

http://www.energielandschap.be/sites/default/files/u3/Samenvatting%20onderzoek.pdf