Foto's Johan Van den Broek

Vier verdere vakantieboeken

Foto's Johan Van den Broek

Johans vakantietips, deel twee. Net als vorige maand sta je even stil bij jezelf en je relatie met de natuur, en intussen krijgen taal en dus ook de taalliefhebbers veel liefde en aandacht. Maar voor de lezers met veel kilometers op de teller, is deze boekenselectie makkelijker te lezen.

Dirk Lauwaert, Zelfportret (Bebuquin, 2023)

"De sereniteit van het mededogen tegenover de passie van de verontwaardiging. Een opruiende passie, geen contemplatieve deugd." Dit is Dirk Lauwaert ten voeten uit. Hij gebruikt een uitermate compacte gebalde taal; bijna elke zin is gelijktijdig een rake typering en biedt ruimte voor invulling. Hij biedt prikkels ter overpeinzing en neemt bovendien pittige standpunten in zoals ‘kunst leeft bij de gratie van zijn context’ – dus zijn musea slechts een beschamende nooduitgang – of ‘kunst als steen in een vijver’, en ga zo maar door… Scherpe standpunten innemen levert je uiteraard niet enkel vrienden op. 

Dirk Lauwaert overleed in 2013. Hij werd geveld door hersentumor en maar schreef er eerst nog een essay over, De Niet Meer Gezonde Man. Het boek Zelfportret bevat vijf essays, eerder verschenen in cultuurtijdschrift De Witte Raaf. In de inleiding omschrijft Bart Meuleman dit essay als ‘genadeloos’, omdat Dirk Lauwaert troost afwijst als vernederend. Het essay schetst Lauwaert als feilloos analyticus, met schitterende taalbeheersing, en indringende en erg beklemmende gedachten. Je vindt vijf autobiografische essays over zijn grootouderlijk huis (‘Geborgenheid’), zijn vader (‘Pijnlijke afstand’), liefde (‘Intimiteit’), zijn kleerkast (‘Vorm en betekenis’) en tot slot zijn ziekte (‘Verwoesting’).  

Wie is Dirk Lauwaert? Een artistiek puzzelaar? Een verbinder? Een alleskunner? Een schrijvende en docerende veelvraat? Iemand die niet gehinderd wordt door artificiële artistieke grenzen en spontaan hopt van film over taal naar beeldhouwwerk en schilderkunst, … Vooral dat laatste valt op: zijn brein schiet met een duizelingwekkende snelheid naar vele uithoeken.  Een bezoek aan kledingwinkel doet tientallen filmscènes door zijn hoofd flitsen en brengt hem in enkele lijnen naar het keizerlijke van Romy Schneider, naar Brigitte Bardot, Audrey Hepburn en  Julie Andrews om dan wat verderop bij Rubens te belanden. Lauwaert is een gedachtenstapelaar. Hij is steeds intens toegewijd en koestert zijn taal. Scharrel wat moed bij elkaar, zet je geest open, begin er aan en ontdek.

Bebuquin

Sara Baume, Weken maanden jaren (Koppernik/Oevers, 2023)

Iedereen kent het: iemand uit je vriendenkring verdwijnt plotsklaps, onaangekondigd, verzwolgen door een onweerstaanbare, allesopslorpende liefde. Je blijft met het gevoel achter alsof die van de wereldbol gevallen is. Sara Baume vertelt een verhaal over twee mensen die elkaar vinden en naar elkaar toegroeien. De verhalende kapstok is eenvoudig: de tijd. Die staat stil. Wat om de geliefden heen plaatsvindt, dringt amper door. Ze nemen het waar, ze zien, horen en ruiken het, maar het is irrelevant in hun beleving. Ze gaan afgelegen wonen – vlakbij een berg en de zee, klinkt aanlokkelijk – met slechts één buur, gebruiken amper een telefoon, mijden elk sociaal contact (sommige jaren beperkt tot één, nl. de brandstofleverancier), kopen enkel het hoogstnoodzakelijke en ontwijken alle artsen. Geleidelijk versmelten beide individuen, net als hun honden. Sara Baume beschrijft wat er voortdurend in hun onmiddellijke omgeving plaatsvindt, wat echt veel is: zaken die velen amper of niet ervaren omdat ze zichzelf continu achternahollen, als agendaslaven. Wat het verhaal nog veel sterker maakt, is Baumes grenzeloze fantasie, schitterend taalgebruik en haar attitude ten opzichte van de natuur. De nabijgelegen berg heeft een identiteit en kijkt voortdurend naar het koppel en beoordeelt het. Een voorbeeld: “graslelies graaiden naar de vacht van de honden en kronkelden om de tafelpoten ... de grond zoog het snorrende geluid op, terwijl het zoute water het aanwakkerde tot lispelend tromgeroffel dat eindigde in een verrassende plons ... een losgekomen stuk tin van een dak flappert als een vleugel in de wind”.

Iedereen kent het, intens verliefd, en de buitenwereld vervaagt. De intensiteit kan verschillen, net als het tijdstip en de wijze van ontwaken. Voor Sara Baume is het eenvoudig: ze verandert “verliefd, verloofd, getrouwd” gewoon in “verliefd, verliefd, verliefd”, levenslang met je lief, genietend van de kleine dingen des levens. Meer moet dat niet zijn. 

Uitgeverij Oevers

Miek Zwamborn, Onderling, langs de kustlijn van Mull (Van oorschot, 2023)

“Stil en voorovergebogen staart de reiger op de noordpunt van getijdeneiland Erraid naar het staand want”. Een openingszin die kan tellen: eenvoudig, helder, beeldscheppend en taaladorerend. En dat is nog maar het begin. “Wat is een landschap?” is een belangrijke vraag voor Miek Zwamborn. Ze bundelt graag kennis en ervaring. Ze dompelt zich onder in het landschap en reikt in boekvorm informatie en emotie aan. Proza, poëzie (soms creatief uitgesmeerd op het papier), foto’s, schetsen, brieven, kunstwerken en kaarten. Ze wandelt, zwemt, kijkt, praat (zelden), ruikt, voelt en ondergaat. Het resultaat is een uniek boek, waarin je haar verwondering leest. Ze geniet van alles om haar heen, zowel van een kleur, een ei, een boom, een vergroeiing van een tak, een weids landschapsbeeld, als een kanotocht, een herinnering aan de verleden tijd, … Ze biedt de lezer een ongeordend mozaïek en dus ook de ruimte om zelf de puzzelstukken te schikken en herschikken, een eindeloos spel.

Zwamborn is moeilijk in hokjes te duwen, maar het etiket “schrijver en beeldend kunstenaar” typeren haar behoorlijk goed. Ze woont op het Schotse eiland Mull, waarmee ze zich erg verbonden voelt, en uit dit op vele wijzen. Ze gebruikt al haar talenten, en dat zijn er veel, om de lezer zich in te laten leven in haar eilandgevoel. “Als een paar uur later de mist verdwenen is, ligt de partituur waarnaar ik luisterde uitgespreid over het strand: een notenschrift van zeewier, waarin alle akkoorden ruim staan uitgeschreven”. 

Van oorschot

Matsuo Bashō, Verzamelde Haiku’s (Athenaeum, 2023)

Ideale vakantieliteratuur voor taalkoesteraars. Je trekt naar het 17e-eeuwse Japan en leest haiku’s, compacte denkprikkels. Het is een lijvig boek van 504 pagina’s, met vele wegwijzers: een lange inleiding door expert Jos Vos, aangevuld met kaarten, een verklarende woordenlijst, jaargetijden en kalender, spelling, maateenheden en namen. Je vindt er net geen 1000 haiku’s, uiteraard in het Nederlands, in twee Japanse spellingwijzen en bijna altijd vergezeld van een specifieke toelichting. Verdwalen is dus niet makkelijk.

Matsuo Bashō is een dichter en vooral bekend van zijn haiku’s. Een haiku is een gedicht in een strakke vorm: drie regels met een vastgelegd aantal lettergrepen, namelijk 5, 7 en weer 5. In de inleiding legt Jos Vos ongeveer alles uit: het belang van Matsuo Bashō, de historische context, de persoonlijkheid en de relevantie van de dichter. Geboren in 1644 op een vijftigtal kilometer van het huidige Tokyo, werd hij al snel een meester in zijn vak en kreeg  vele leerlingen en beschermheren. Zijn poëzie is het product van een specifieke cultuur, vandaar de, soms uitgebreide, toelichting per haiku. Je leest dus telkens een haiku mét context. Hij ging veel op pad en genoot van zijn natuurlijke omgeving, daarvan getuigen regen, pruimenbloesems, een vogel, een boom, …  

Om volop van Bashō te genieten, is het aan te bevelen om een stoel te nemen, de blik op oneindig, al of niet onder een sluimerende sterrenhemel, één haiku te lezen, je gedachten te laten freewheelen en dan te herlezen. Bijna drie jaar plezier met één boek.

Singel Uitgeverijen

BBL's boekentips