Verbrandingsovens recycleren niet (en dat is niet voor iedereen duidelijk)

Soms overtreft de waarheid de fantasie. Afgelopen week maakte de Nederlandse Vereniging Afvalbedrijven bekend dat ze overgebleven assen uit verbrandingsovens graag een ‘recyclingstempel’ meegeven wanneer die nog nuttig van toepassing zijn. Een deel van die assen wordt gebruikt in de betonsector en de wegenbouw, en dus moet dat als gerecycleerd tellen, vindt de industrie. Ze zeggen zo de circulaire economie te bevorderen. Dat is eenvoudigweg onzin.

Iedere scheikundige weet dat massa in een gesloten systeem niet verdwijnt. Dat heet de wet van Lavoisier. Als huisvuil naar een verbrandingsoven wordt gestuurd, dan blijft er aan het einde even veel massa over. Het resultaat is de productie van veel waterdamp, CO2 en veel assen: 25% van de massa van het afval blijft over als bodemas of vliegas. Een deel hiervan wordt opnieuw gebruikt in bijvoorbeeld constructiewerkzaamheden, een groot deel wordt nog altijd gestort. Geheel terzijde: in Vlaanderen wordt volgens officiële cijfers slechts 0,49% van het huishoudelijke afval gestort. Dat cijfer is zo laag omdat de assen afkomstig van de verbranding van het huishoudelijke afval niet worden meegeteld wanneer ze worden gestort.

Waardeloos

Verbrandingsovens horen niet thuis in een circulaire economie. Na verbranding zijn veel materialen vernietigd, beschadigd of tot zulke laagwaardige grondstoffen gedegradeerd dat ze waardeloos zijn geworden, of juist een grote kost zijn voor de maatschappij (denk aan CO2). Daarom is de preventie, selectieve inzameling, sortering en recyclage van afval ook zo belangrijk.

Metalen zijn erg veel waard, daarom worden ze teruggewonnen uit de assen. Eerder hebben we al gesteld dat Fost Plus die metalen opkoopt en optelt bij de recyclagecijfers, wat een vreemde praktijk is. De assen uit verbrandingsovens worden namelijk buiten de stortcijfers voor het huishoudelijk afval gehouden omdat ze na verbranding officieel ‘industrieel afval’ zijn geworden. Voor metalen wordt blijkbaar een uitzondering gemaakt: die mag Fost Plus wel optellen bij de recyclagecijfers voor huishoudelijke verpakkingen.

Vijand van recyclage

Wanneer metalen of assen uit verbrandingsovens worden opgeteld bij de recyclagecijfers, wordt de verbrandingsoven een concurrent van het recyclagebedrijf. In plaats van écht te recycleren kunnen recyclagedoelstellingen dan worden gehaald door grootschalig grondstoffen te vernietigen. De Nederlandse Vereniging van Afvalbedrijven toont zich op deze manier dan ook een vijand van hoogwaardige recyclage. Het schoonmaken van assen zodat ze deels weer gebruikt kunnen worden als secundaire grondstoffen, is beter dan ze te storten. Maar laten we onszelf niet voor de gek houden: zelfs de term ‘downcycling’ is nog veel te veel eer voor deze praktijk. De assen zijn veelal zwaar gedegradeerde materialen en bovendien is de collateral damage enorm. Alle plastics en al het biologische materiaal dat de oven inging, is voorgoed verloren.

Metalen en assen uit verbrandingsovens erkennen als recyclage betekent het failliet van de circulaire economie. Verbrandingsovens voor huisvuil zijn overbodig: een land dat echt scherp inzet op op preventie, selectieve inzameling en recyclage, heeft geen afvalverbranding nodig. De verbranders zoeken naar manieren om hun toekomst te verzekeren. De politiek moet duidelijk maken dat we hun praktijken niet langer wensen. 

Verbrandingsovens

Meer over Verbrandingsovens