TTIP = belangrijkste dreiging voor onze milieuwetgeving

De ‘Stop TTIP’-petitie haalde al meer dan drie miljoen handtekeningen op. In tal van Europese steden nemen honderdduizenden mensen deel aan manifestaties tegen dit geplande vrijhandelsverdrag. En met reden: TTIP dreigt de milieuwetgeving in Europa te verzwakken en het klimaatakkoord van Parijs te ondermijnen. Hier leggen we uit hoe dat precies zit.

Wat is TTIP?

Op 20 september organiseert een coalitie van middenveldorganisaties, waaronder BBL, een grote manifestatie tegen TTIP.

Het Trans-Atlantische Trade and Investment Partnership wil handelsbarrières tussen de Verenigde Staten en Europa wegwerken, en het zo eenvoudiger maken voor Europese en Amerikaanse bedrijven om zaken te doen op beide continenten. Doel: economische groei. Volgens een studie van de Europese Commissie zou het verdrag in het meest gunstige scenario leiden tot een economische groei van 0,5% tegen 2027. Erg veel is dat niet. Bovendien is die inschatting niet bepaald op solide feiten gefundeerd.

TTIP wil ook een internationale arbitragecommissie oprichten: de investeerder-staatsarbitrage (Investor-State Dispute Settlement, ISDS, of Investment Court System, ICS). Via deze geschillenregeling kunnen grote multinationals overheden aanklagen als die beslissingen nemen waarvan de bedrijven vinden dat die in hun nadeel zijn en tegen TTIP ingaan. Via dit systeem hoeven ze geen rekening te houden met de nationale rechtbanken.

Hoe vormt dit een risico voor het milieu?

TTIP zwakt milieunormen af

TTIP wil af van ‘handelsbarrières’ tussen de VS en Europa: alles wat het verkopen van Amerikaanse goederen in Europa bemoeilijkt, en omgekeerd. Dat betekent onder meer dat product- of productienormen geen belemmering mogen vormen voor vrijhandel.

En daar knelt het schoentje. In Europa moet een product over het algemeen aan veel strengere regels voldoen dan in de Verenigde Staten. In Europa geldt het voorzorgsprincipe: een producent moet de veiligheid van zijn product bewijzen voordat het op de markt mag komen. Dit beschermt de consument en het milieu tegen schadelijke stoffen. In de VS geldt dit voorzorgsprincipe niet. Het resultaat spreekt voor zich: in Europa zijn meer dan 1.300 chemische stoffen verboden, in de VS slechts 11. Ook auto’s moeten in Europa veel veiliger zijn dan in de VS.

Momenteel mag dus niet elk Amerikaans product verkocht worden in Europa. Dat wil zeggen dat deze beschermingsregels een soort van handelsbarrières zijn. TTIP wil af van die barrières, daarom moeten de product- en productienormen dus dezelfde zijn in de EU en de VS. Concreet is de kans groot dat dit zal leiden tot zwakkere milieuwetgeving in Europa.

ISDS bedreigt milieuwetgeving

Als landen nieuwe milieuregels willen invoeren, bijvoorbeeld om het klimaatakkoord van Parijs te realiseren, kunnen grote bedrijven onder TTIP die landen aanklagen bij de ISDS-arbitragecommissie. Zulke klimaatmaatregelen zijn noodzakelijk, maar kunnen een negatieve economische impact hebben en dus nadelig zijn voor bepaalde multinationals. Zij zouden zo een extra instrument in handen krijgen om milieuwetgeving te blokkeren of zelfs terug te draaien.

Dat ISDS een bedreiging is voor milieuregels, bewijzen bestaande handelsakkoorden waarin het mechanisme opgenomen is: bij andere handelsverdragen werd 60% van de ISDS-rechtszaken aangespannen vanwege ontevredenheid met het gevoerde milieubeleid. Welke overheid zal dan nog maatschappelijk belangrijke wetgeving durven aannemen?

Twee sprekende voorbeelden:

  • Duitsland en Zweden hebben onder elkaar een vrijhandelsakkoord afgesloten dat ook een ISDS-arbitragecommissie bevat. In 2009 startte het Zweedse energiebedrijf Vattenfall een procedure tegen Duitsland omdat de stad Hamburg controles uitvoerde op het afvalwater van een Vattenfallse koolcentrale, dat in de Elbe werd geloosd. Hierdoor zou de centrale niet langer rendabel zijn. Vattenfall eiste een vergoeding van 1,4 miljard euro. Uiteindelijk werd een schikking getroffen waarbij de milieucriteria voor het afvalwater werden versoepeld.
  • NAFTA is net zoals TTIP een vrijhandelsverdrag, maar dan tussen Mexico, de VS en Canada, ook met een geschillenregeling zoals ISDS. Toen de Canadese provincie Québec besloot om fracking te verbieden, klaagde het Amerikaanse energiebedrijf Lone Pine Resources via NAFTA de Canadese staat aan voor 250 miljoen dollar. Hun zogenaamde recht om geld te verdienen aan schaliegas zou door Québec worden ontzegd. De aanklacht is momenteel in behandeling bij de arbitragecommissie.
'Regulatory cooperation' blokkeert nieuwe milieuwetten

Verschillende product- en productienormen betekent handelsbarrières. Daarom zijn de VS voorstander van diepgaande ‘regelgevende samenwerking’ (‘regulatory cooperation’): de EU en de VS stellen nieuwe normen samen op, zodat die meteen hetzelfde zijn in beide landenblokken. Dat klinkt goed, wie er niet tegen samenwerking? Maar het zou betekenen dat zowel de VS als belanghebbende bedrijven sturend kunnen optreden bij wetsvoorstellen voordat zelfs de Europese of nationale parlementen worden geraadpleegd.

Als het aan de VS ligt, worden alle maatregelen gepland op nationaal of Europees niveau in de toekomst eerst overlegd met belanghebbende bedrijven, en uiteraard met de VS zelf. Dit betekent meer macht voor bedrijven en minder voor volksvertegenwoordigers: een ernstige aanslag op de democratie ten voordele van multinationals. In andere woorden: een enorme rem op ieder initiatief dat goed is voor mens en milieu. Want chemische stoffen verbieden in producten of de luchtkwaliteit verbeteren, betekent ook dat er beperkingen zijn voor bedrijven.

Waarom is dit zo belangrijk?

Laten we het eens hebben over dingen die echt belangrijk zijn. De wereldbevolking groeit, de zeespiegel stijgt en in een snel tempo jagen we al onze grondstoffen erdoorheen. Allemaal in de naam van vrijhandel en economische groei.

TTIP is een verdrag dat hieraan bijdraagt, en vrijhandel nog meer vooropstelt als de allerbelangrijkste prioriteit. Elke keer dat we in Europa een stap voorwaarts willen zetten om het milieu, consumentenbelangen of belangen van werknemers te beschermen, zal het Trans-Atlantische handelsakkoord meespelen. Als we scherpere normen willen opstellen voor broeikasgassen of hormoonverstorende stoffen in babyproducten, zal de Europese Commissie eerst met de Verenigde Staten moeten bellen om te vragen of zij daar geen problemen mee hebben.

Sterker nog: zelfs nu het verdrag er nog niet is, heeft het al negatieve effecten op de Europese regelgeving. Er zijn sterke aanwijzingen dat de Europese aanpak van hormoonverstorende stoffen sterke vertraging heeft opgelopen vanwege de TTIP-onderhandelingen. Het geplande verdrag lijkt ook een factor te zijn geweest toen de Europese Unie de vervuilende Amerikaanse en Canadese brandstoffen uit teerzand bij de relatief schone brandstoffen categoriseerde.

Als we in de toekomst ook een welvarende samenleving willen hebben, dan moeten regels voor productie en consumptie flink worden aangescherpt. Wat de maatschappij ziet als vooruitgang, wordt onder TTIP beschouwd als een handelsbarrière. Het gevaar van TTIP schuilt vooral in de toekomst, in de regels en wetten die nodig zijn maar we nog niet hebben. We moeten ons richten op de kern van de zaak. Handel is oké, maar moet in dienst staan van de maatschappij, niet erboven. En ja, dat is een niet-onderhandelbare handelsbarrière.

Meer weten?

TTIP heeft ook een negatieve impact op tewerkstelling, arbeidsomstandigheden, consumentenbescherming, gezondheidszorg en het functioneren van onze democratische instellingen. Lees hier alle argumenten tegen TTIP.

Manifesteer mee!

Op 20 september organiseert een coalitie van middenveldorganisaties, waaronder BBL, een grote manifestatie tegen TTIP

Greenpeace