Transitie Bootcamp in Kortrijk: dit nemen we mee

Dit jaar trok Bond Beter Leefmilieu, samen met enkele lidorganisaties, op bootcamp naar Kortrijk. Als klimaatstad in spé telt de stad en omgeving veel goede voorbeelden, gedreven partners en duurzame ondernemingen. Samen gingen we op zoek naar inspirerende maatregelen, initiatieven en ideeën om de transitie lokaal te versnellen. Die vormden de basis voor het slotmoment van de bootcamp, waarin we een droomscenario uittekenden voor een toekomstig, duurzaam Kortrijk.

Vier transities

De groep werd ingedeeld in vier transitiethema’s: mobiliteit, bouwen en wonen, voeding en energie. Elke groep ontdekte van dichtbij hoe Kortrijk en haar organisaties de transitie aanpakken. 

Wat hebben we beleefd? En welke inzichten kwamen daaruit voort? 

Mobiliteit

Met de mobiliteitsambtenaar van Kortrijk reden we langs de mooiste fietsroute van de stad: een aaneenschakeling van verborgen groene plekjes, trage wegen en fietssnelwegen. Plaatsen die vroeger lastig te bereiken waren met de fiets, probeert Kortrijk zo goed mogelijk te ontsluiten voor zacht verkeer, door goede fietspaden met elkaar te verbinden. Aangekomen op je eindbestemming, berg je jouw fiets veilig weg in één van de meer dan 4000 publieke fietsparkeerplaatsen. Onderdeel hiervan zijn de fietstrommels die het mogelijk maken voor stadsbewoners hun fiets dicht bij huis weg te stallen.  

Autonoom parkeerbedrijf Parko voorziet in het aanbod van deze fietsparkings over heel de stad. Hoewel zij voorrang willen geven aan de zachte weggebruiker in de binnenstad, willen ze de auto’s niet wegpesten. Een streng parkeerbeleid laat het toe om met de auto te parkeren in de stad, maar dankzij hun slimme sensoren parkeren auto’s niet langer dan nodig. 

Inzichten:

  • Het Kortrijkse fietsnetwerk begint al aardig vorm te krijgen, maar kan nog beter aaneengebouwd worden door fietspaden te “ontvlechten” van gevaarlijke verkeersaders, op een manier waarop de fietser snel zijn bestemming bereikt.
  • Dankzij het monopolie van het autonoom parkeerbedrijf is het mogelijk om auto’s aan te moedigen buiten de stad te parkeren, en fietsers te verleiden tot de goed voorziene fietsparkings binnen de stad. Zo wordt het centrum een aangename plek die vlot bereikbaar is met openbaar, gedeeld en klimaatneutraal vervoer.
  • Om slimme sensoren bij autoparkeren te gebruiken, zou het mogelijk moeten zijn a.d.h.v. de nummerplaat te weten of een auto elektrisch rijdt of niet. Op die manier wordt het mogelijk om parkeerplaatsen voor elektrische auto’s vrij te houden voor opladen.
  • Een stad zou het strategisch plaatsen van elektrische laadpalen moeten ondersteunen. Het plaatsen van laadinfrastructuur wordt belemmerd wanneer strategische plaatsen ver liggen van het elektriciteitsnet.  

Bouwen en wonen

In het studie- en participatietraject Kortrijk 2025 ontwierpen zo’n 1000 Kortrijkzanen, samen met de stadsdienst, een toekomstvisie voor de stad. We zagen dat dit soort draagvlakcreatie leidt tot nieuwe projecten, zoals een duurzaam aankoopbeleid circulaire verlichting, cohousingsprojecten, en het ontwikkelen van een warmtenet.

Burgers spelen een grote rol in het mogelijk maken van nieuwe ruimtelijke strategieën. Het bezoek aan een cohousingproject toont het potentieel van kwalitatieve woonprojecten in het centrum. Een geïntegreerd ruimtelijk beleid met aandacht voor dit soort projecten hoort dan ook tot de strategie. Een samensmelting tussen het OCMW en stadsbestuur brengen grondvoorraden onder één beheer, die in de toekomst strategisch kunnen worden ingezet. Zo kan men de goede voornemens voor Kortrijk 2025 hard maken. 

Inzichten:

  • Er is nood aan ondersteuning en een legaal kader voor nieuwe woonvormen zoals cohousingprojecten, zorgwoningen met senioren en studenten, en modulair wonen. Op die manier kan je gedeelde woonprojecten versnellen.
  • Samenwerking en kennisuitwisseling tussen verschillende stadsdiensten moet verder versterkt worden.
  • Kosten zoals riolering, watervoorziening en groene warmte moeten doorgerekend worden, zodat wonen in het centrum goedkoper is dan wonen buiten de stad. Zo wordt de stad een interessante plek om te leven: niet enkel op financieel vlak, maar ook omdat de stad zodanig wordt ingericht dat iedereen er alles vindt wat hij/zij nodig heeft. 

Voeding

Wie koos voor het thema voeding kreeg gedurende twee dagen inzicht in de regionale voedselstrategie voor Zuid-West-Vlaanderen en welke plaats lokale initiatieven binnen die strategie innemen. Zo bracht W13 verschillende spelers rond voedseloverschotten uit 14 verschillende gemeenten samen en gaat Food Act 13 vanaf september van start met de uitbouw van een regionaal distributieplatform. Ook Velt benadert voeding vanuit een ruimer, regionaal toepassingsgebied via het project ‘Voedselrijk’, dat producenten en consumenten dichter bij elkaar wil brengen en een verbinding creëert tussen het platteland en de stad. 

Eenmaal binnen de stadsomgeving van Kortrijk, zijn er heel wat lokale initiatieven die korte keten, sociale activering en verbondenheid met elkaar combineren. Zo worden jongeren op de hoeve ‘Heerlijkheid van Heule’ opgeleid om agro-ecologische productiemethodes te hanteren, krijgen bio-boeren een eerlijke prijs via de verkoop van hun producten in de coöperatieve ‘Stadsboerderij Kortrijk’, springt sociaal restaurant ‘Vork’ creatief om met voedselrestjes en leren buurtbewoners elkaar op een andere manier kennen in de buurttuin Leilekkerland.

Inzichten:

  • Ondersteuning (infrastructuur, promotie, financieel) van particuliere, kleinschalige voeding- en landbouwinitiatieven door lokale besturen en administratie is essentieel om deze start-ups van de grond te krijgen. 
  • Voeding bevindt zich op het kruispunt van het sociale en ecologische aspect. Zo biedt een degelijk uitgebouwde regionale voedselstrategie een antwoord op zowel de uitdaging van voedseloverschotten als op het vraagstuk van voedselarmoede bij de meest kwetsbare groepen van de samenleving. Voedselafval wordt zo voedselherverdeling.
  • Lokale voedselproductie- en consumptie (bijvoorbeeld via stadsmoestuintjes, stadsboerderijen en biologische buurtwinkels) zorgt voor sociale cohesie onder bewoners en brengt voedselproductie (en de hiermee gepaarde uitdagingen voor producenten) opnieuw dichter én zichtbaarder bij stadsbewoners.
  • Voeding en landbouw zijn niet beperkt tot stadsgrenzen. De opdracht bestaat erin om de verschillende actoren (bijvoorbeeld OCMW, voedselteams, landbouwers, voedselbank, sociale restaurants en retailers) in kaart te brengen, het voedsel- en landbouwvraagstuk vanuit een regionaal perspectief te benaderen en onderlinge samenwerkingen te faciliteren.

Energie

Gerenoveerde woningen spelen een sleutelrol in de energietoekomst van Kortrijk. Zo is Kortrijk vandaag al koploper in het aanbieden van renovatiebegeleiding aan haar inwoners. Pilootproject ‘BenHUUR’ bijvoorbeeld heeft een huurwoning energetisch gerenoveerd en stelt die open als kijk- en leerwoning voor verhuurders. Een grote stap in het energieverhaal zou het aanleggen van een warmtenet kunnen zijn. Intercommunale Leiedal speelt een belangrijke rol in het zoeken naar een regionale energiestrategie. Beauvent is de warmte-ambassadeur van stad Kortrijk en helpt bij het aanleggen van een warmtenet op de site Kortrijk Weide.

Inzichten:

  • Renovatiebegeleiding in Kortrijk loopt erg goed. Meer financiële ondersteuning op Vlaams niveau kan deze trend versnellen. De burenpremie daarentegen lijkt geen efficiënt ondersteuningsmiddel te zijn. 
  • Waar sociale woningmaatschappijen moeite hebben om hun woningen te renoveren, zien we de omgekeerde trend bij sociale verhuurkantoren. De demo-renovatie BENHUUR geeft verhuurders een duidelijk beeld geven van de mogelijkheden tot energetisch renoveren. Het kostenplaatje van zo’n renovatie schrikt voorlopig nog af. Financiering van renovaties op grote schaal verdient dus meer aandacht.
  • Groene warmte in Kortrijk krijgt vorm door een concreet project op het terrein, waar heel wat overheidsgebouwen staan. Warmtenetten uitbouwen betekent kleine stukjes verbinden en opportuniteiten grijpen. Er is nood aan een basis. 
  • Intercommunale Leiedal zoekt naar antwoorden op transitievragen. Hoe van gas los te koppelen, is een lastig verdelingsvraagstuk, leerde Leiedal ons. 152 km straat is geschikt voor warmtenetten en is momenteel goed voor 74% van het gasverbruik. 909 km is niet geschikt voor warmtenetten, en is goed voor 5% van het gasverbruik. 
  • De kernuitstap biedt kansen voor groene warmte als de overheid zou kiezen voor decentrale warmtekrachtcentrales (WKK’s), die worden aangesloten op warmtenetten. Momenteel is daar nog onvoldoende aandacht voor. 

Conclusie

Als er één ding is wat de deelnemers van de bootcamp meenemen, dan is het dat transitie niet enkel gaat over het technische. We zagen een stad van geëngageerde, motiverende en inspirerende mensen. Een stad waar burgers, middenveldorganisaties, intercommunales, OCMW’s, bedrijven en lokale beleidsmakers experimenteren, samenwerken en zoeken naar vooruitgang. Technische plannen worden er gecombineerd met aandacht voor kansengroepen, de ecologische impact en met een ruimtelijke structuur waarbinnen grote en kleine initiatieven een plaats moeten krijgen.