Strenge milieuwetgeving - minder export

Landen met een strikt milieubeleid doen niet onder voor minder strenge landen als het over export gaat. Dat is de conclusie van een nieuwe studie van de OESO. De studie haalt zo een populair argument van de industrie tegen strengere milieuwetgeving onderuit.

Niet vervuilend, wel competitief

In “Do Environmental Policies Affect Global Value Chains?” analyseert de OESO exportgegevens van sterk en weinig vervuilende industrieën in 23 ontwikkelde landen en zes opkomende economieën. Uit de analyses blijkt dat sterk vervuilende energie-intensieve industrieën zoals chemie, de kunststofnijverheid en staalindustrie in landen met een strikte milieuwetgeving een zeer beperkt nadeel ondervinden. Maar dit wordt gecompenseerd door winst bij minder vervuilende activiteiten zoals machinebouw of elektronica, die hun voordeel halen uit innovatie dankzij strengere milieuwetgeving.

De belangrijkste conclusie van de studie? De effecten van milieuwetgeving zijn minimaal in vergelijking met andere factoren zoals de marktgrootte, het optrekken van handelstarieven, globalisering en de eigen troeven van een land. Milieuwetgeving is dus niet de belangrijkste drijvende kracht van internationale handelspatronen. Hiermee haalt de studie een populair argument van de industrie onderuit. Volgens hen leidt een te strikte milieuwetgeving ertoe dat bedrijven delokaliseren naar minder strenge landen.

De sleutel: innovatie

Dit is niet onbelangrijk in de nadagen van het klimaatakkoord van Parijs. De OESO benadrukt dat regeringen zich niet meer mogen laten afschrikken om strengere milieuregels in te voeren. Integendeel: strengere milieustandaarden kunnen bedrijven net aanmoedigen om in te zetten op innovatie. En dat komt  ook de economische prestaties ten goede.

Sara Van Dyck