Hornet Pictures | Pixabay

Stikstof: meerderheid legt advies Raad van State naast zich neer en neemt zo stevige risico’s

Hornet Pictures | Pixabay

De meerderheid (N-VA, CD&V en Open VLD) stemt vóór het stikstofdecreet, Groen, PVDA en Vlaams Belang stemmen tegen, en Vooruit onthoudt zich. Een duidelijke stemming na een erg kritisch advies van de Raad van State deze week. De Raad van State herhaalde zijn opmerkingen van vorig jaar en wijst erop dat het nieuwe voorstel de ambitie op sommige punten zelfs verlaagt. De meerderheid legt het advies laconiek naast zich neer en gooit zo een boemerang die terug zal slaan op de volgende regering. Oppositiepartij Groen stelde een transitiefonds voor om landbouwers te ondersteunen richting meer circulaire landbouw. Dit werd niet goedgekeurd, maar biedt nochtans relevante oplossingsrichtingen. 

Dit stikstofdecreet zet wel een eerste stap om onze natuur verder te beschermen, en dat is belangrijk. Maar niks schept zo’n onwerkbare en onzekere ondernemingscontext, zowel voor de industrie als voor de landbouw, als een decreet dat juridisch kaduuk is.

De essentie blijft onbesproken

We vallen in herhaling: de stikstofdiscussie wordt al maanden niet meer gevoerd over de essentie van de zaak. Het voorstel tot decreet blijft halsstarrig vasthangen aan het huidige landbouwsysteem, dat barst langs alle kanten. Met de huidige oplossingsrichtingen herstellen we die barsten onvoldoende. Wat nodig is, is een decreet dat integraal kijkt naar de landbouwsector, grenzen durft te stellen en vervolgens landbouwers volop ondersteunt om het voor hen zo makkelijk mogelijk te maken om te boeren binnen ál die grenzen. Zo halen we niet enkel onze stikstofdepositie naar beneden, maar keren we ook de negatieve impact van de landbouwsector op het klimaat, de watervoorraad, volksgezondheid en lucht-, water- en bodemkwaliteit.

Het is enkel door integraal naar de stikstofproblematiek te kijken, dat we landbouwers zekerheid op de lange termijn kunnen geven. Doen we dit niet, dan staat de volgende milieucrisis de sector al op te wachten. Dit decreet blijft echter inzetten op dure technologische maatregelen die, in het beste geval, de stikstofdepositie milderen zonder de onderliggende structurele problemen, zoals de blijvende import van stikstof via soja en kunstmest, aan te pakken. Op de koop toe riskeren die investeringen de landbouwer verder financieel kopje-onder te duwen.

10 amendementen

De Raad van State sprak zich deze week uit over 10 amendementen. Eén amendement van meer dan 250 pagina’s van de meerderheid (N-VA, CD&V en Open VLD), dat het vorige voorstel van stikstofdecreet vervangt, en 9 amendementen die werden toegevoegd door oppositiepartij Groen. De Raad van State is tamelijk kort over het amendement van de meerderheid, en stelt voornamelijk dat zijn vorige opmerkingen behouden blijven. De Raad herhaalt enkele punten, in het bijzonder met betrekking tot de impactscore, vergunningverlening op krediet en stelt zelfs “dat het ambitieniveau in vergelijking met het voorstel op sommige punten lijkt te verlagen”. Bovendien wijst hij op de risico’s volgend op het feit dat het decreet eventueel vrijgekomen marge meteen wil aanwenden, zelfs wanneer de kritische depositiewaarde (KDW) nog steeds overschreden wordt. De meerderheid verdedigt dit decreet echter als “het hoogst haalbare”, en het lijkt belangrijker om “een” decreet te hebben, dan een decreet dat inhoudelijk en juridisch voldoende sterk staat.



Naast het schrappen van enkele zinnen om het voorstel van decreet minder op maat van Ineos Project One te schrijven, trekt Groen in haar amendementen volop de kaart van circulaire en grondgebonden landbouw. Zo pleit ze voor de toevoeging van een transitiefonds dat instaat voor de begeleiding van landbouwers, investeringssteun voor extensivering, de oprichting van een grondenbank en de uitbreiding van de opkoopregeling van varkenshouders naar alle types veehouderijen. De Raad van State heeft hierover ook enkele opmerkingen, en stelt onder meer dat deze maatregelen nog verdere uitwerking vereisen. Die uitwerking kan de moeite lonen, om zo de landbouwer een derde weg te kunnen bieden tussen vergroten of stoppen. Als de landbouwer als ondernemer zo belangrijk is voor deze Vlaamse Regering, waarom krijgt hij of zij dan geen vrijheid om te kiezen tussen meer technologie of meer grondgebonden landbouw?

Wat baten kaars en bril…

Ja, er is dringend nood aan een stikstofdecreet, en nee, het goedgekeurde decreet biedt geen afdoende antwoord op de problematiek. Elke dag wordt de negatieve impact van ons landbouwsysteem op onze milieugrenzen en gezondheid duidelijker; elke dag wordt ook duidelijker hoe belangrijk het is een veerkrachtige, veelzijdige landbouwsector te hebben. Op geen van deze prioriteiten biedt het goedgekeurde decreet een antwoord. 

Dit stikstofdecreet zet wel een eerste stap om onze natuur verder te beschermen, en dat is belangrijk. Onder meer de budgetten voor natuurherstel, de uitkoopregeling voor varkens en het sturen op de nutriëntenemissierechten (NERs) zijn relevante stappen voorwaarts. Ze vormen een breuk met de manier waarop omgevingdossiers de laatste jaren werden aangepakt. Maar het is een misvatting dat dit decreet de enige manier is om het ondernemersklimaat in Vlaanderen te redden. Want niks schept zo’n onwerkbare en onzekere ondernemingscontext, zowel voor de industrie als voor de landbouw, als een decreet dat juridisch kaduuk is. In het Vlaams parlement werd nog eens helder dat de meerderheid zélf erkent dat het decreet vernietigd zal worden.

Bovendien staat de intentie van de meerderheid om aan Europa’s mouw te trekken en zo een uitzonderingsregeling voor poor little Belgium te bekomen, gelijk aan een regelrechte ontkenning van de problematiek. Vlaanderen moet haar verantwoordelijkheid nemen. Niet ondanks de dichtbevolktheid, maar net omwille ervan. De landbouwsector in Vlaanderen zál veranderen. Gebeurt het niet met het stikstofdecreet, zal een ander dossier ons er de komende jaren wel toe dwingen. Willen we weg van deze ad-hoc-bricolage, dan biedt enkel een doordachte landbouwvisie, waar landbouwer en niet agro-industrie centraal staat, een antwoord.