Foto: Tiago Rodriguez (Unsplash)

Renoveren of duurzaam verwarmen? 3 stellingen

Foto: Tiago Rodriguez (Unsplash)

Huishoudens verbruiken 7 keer meer energie aan warmte dan aan elektriciteit. In 84% van de woningen gebeurt dat met fossiele brandstoffen: gas en stookolie. Veelbesproken hernieuwbare alternatieven zijn warmtepompen en warmtenetten, maar die vergen vaak grote investeringen. Hoe vinden we het evenwicht? Moeten we allemaal nu diepgaand renoveren, of beter nog even afwachten?

Op Connect2Change gingen Bert Vanhuyse (Stad Roeselare) en Els Vanden Berghe de confrontatie aan.

Stelling 1: Ik heb een huis gekocht en ga verbouwen. Binnen vijf jaar komt er misschien een warmtenet in mijn straat. Plaats ik een warmtepomp en ga ik stevig isoleren, of kies ik toch maar een gascondensatieketel en wacht ik even af met zware kosten maken?

Bert Vanhuyse, stad Roeselare

Bert Vanhuyse: “Als burger is het niet eenvoudig daarin zomaar een keuze te maken. Als je de woning aankoopt leg je een smak geld op tafel, en dan moet je nog gaan renoveren. Als je in een stedelijk gebied woont, kan het zijn dat er ooit een collectief warmtenet komt.

"Maar sommige ingrepen zijn altijd een goed idee: energie besparen, bijvoorbeeld door isoleren, enkel glas vervangen, tocht en vocht aan te pakken, ... De technieken in je woning zal je gemiddeld om de 10-15 jaar moeten vervangen. De truc is dus om flexibel te blijven, zodat je niet vasthangt aan één techniek. Zorg er dan ook voor dat je een centrale warmtebron hebt die warmte kan verdelen over je huis, en steek die liefst toegankelijk en vooraan in je woning zodat die gemakkelijk kan worden aangesloten op een warmtenet.”

Els Vanden Berghe: “Je kan als particuliere eigenaar je woning klaarmaken voor en warmtenetaansluiting, maar die kost is niet zinvol als je niet weet of er wel ooit een warmtenet komt in de straat. Die warmte moet bovendien ook ergens opgewekt worden, en dat gaat altijd gepaard met kosten, zowel financieel als voor het milieu. Voor sommige warmtenetten zouden er ook bijkomende warmtebronnen nodig zijn om de warmte op te wekken. Dus of er een warmtenet komt of niet, isoleren en je gebouwschil aanpakken komt eerst. Ga voor het voor jou meest betaalbare en simpele systeem, dat het best past bij de woning.

Stelling 2: Als kleine gemeente kan je beter wachten met actie te ondernemen tot de Vlaamse Overheid of een Intercommunale een warmtezoneringsplan opmaakt.

Bert Vanhuyse: “De gemeente hoeft zeker niet te wachten. Een warmtezoneringsplan is bij uitstek een lokaal gegeven: inwoner en de werknemers van de gemeente weten waar de bedrijven zitten, wat ze doen en of ze bereid zouden zijn restwarmte af te geven. Belangrijk is ook de eigen plannen onder de loep te nemen. Overheidsgebouwen geven een warmtenet financiële zekerheid op lange termijn. Een warmtezoneringsplan kan helpen om de juiste renovatiekeuzes te maken. Het geeft de ‘bouwers’ in de gemeente ook een perspectief. Met een beetje gezond verstand, lokale kennis en ‘drive’ heb je zelfs geen zoneringsplan nodig. Via een concessie-opdracht kan je zelf bepalen wat je wil en onder welke voorwaarden.

Els vanden Berghe, directeur Pixii

Els Vanden Berghe: “Gemeenten hoeven inderdaad niet te wachten. Een warmtezoneringsplan is géén bindend plan, wel een kaart waarin je als gemeente je blik op de toekomst tekent. Er zijn veel voordelen: je ziet waar warmtenetten zinvol zijn, en het geeft een houvast om uit de startblokken te schieten. Er zijn ook nadelen: zo’n plan laten opmaken kost een pak geld, en je betrekt er best de naburige gemeenten bij. Daarnaast moeten je plannen ook betaalbaar zijn voor je burgers. Maar, het heeft geen zin om te wachten: hoe sneller je start, hoe sneller je het warmtevraagstuk in je gemeente zal kunnen oplossen. Een warmtenet kan een oplossing zijn, maar je kan ook andere acties ondernemen om als duurzame gemeente iets concreet te doen aan je CO2-uitstoot. Renoveren kan hier echt wel een antwoord zijn.”

Stelling 3: De Vlaamse regering moet tegen 2030 een plaatsingsstop van conventionele gascondensatieketels invoeren en een plan uittekenen voor de uitfasering van stukken van het aardgasnet.

Els Vanden Berghe: “Die plaatsingsstop moet er komen. Conventionele gasbranders veroorzaken enkel meer CO2-uitstoot. Daar moeten we vanaf. Maar ik zou dat niet één op één koppelen aan een uitfasering van het aardgasnet. We moeten naar een CO2-vrij installatiepark toewerken. Energiedragers en energienetten zijn twee aparte dingen. Niet overal kan trouwens een warmtenet komen, en de plaatsing vraagt veel tijd. In België is er ook nog geen potentieel voor volledige elektrificatie. We zijn bovendien nog steeds op zoek naar betaalbare en milieuvriendelijke opslagsystemen voor  wind- en waterenergie. Er zijn wel wat technieken die beloftevol zijn, innovatie staat niet stil. Ik denk aan solar concentrators met spiegels, de mogelijkheid tot bijmenging van waterstof in aardgas, ... 

“Hoe dan ook, ons energievraagstuk is niet meer zo simpel als 20 jaar geleden toen de keuzes zich nog tot gas of stookolie beperkten. We hebben vandaag een amalgaam aan energie-opwekkers en -dragers die via allerlei kanalen worden aangeboden. En het wordt er niet simpeler op. Dus ik zou het aardgasnet voorlopig nog niet afschrijven.”

Bert Vanhuyse: “Een plaatsingsstop op gasketels is eigenlijk niet eens nodig. Over enkele jaren zijn die toch niet meer rendabel. Maar de warmtevraag blijft wel een complex probleem om op te lossen. Gelukkig hebben we vandaag al heel wat puzzelstukjes in handen. Hernieuwbare technieken kunnen we op steeds meer zaken toepassen. Een warmtenet is een stapsteen. Een gasnet is een stapsteen. 

“Bijvoorbeeld: als we in een straat één grote gasketel zouden zetten die we verbinden met alle woningenin de straat - in plaats van elk huis zijn eigen ketel - win je al 10 tot 20% aan energie-efficiëntie. Wanneer die ketel economisch afgeschreven is vervang je hem door iets anders, en dan is er misschien intussen wel een techniek beschikbaar die duurzamer is.”

Boodschap van de dag:

Bert Vanhuyse: “Groene stroom krijgt alle aandacht in het klimaatdebat. Dat is onterecht. Onze woningen verbruiken tot 7 keer meer energie aan warmte dan aan elektriciteit. Een warmtenet is de snelste en goedkoopste manier om veel gebouwen te verwarmen in een dichtbebouwd gebied.” 

Els Vanden Berghe: “De ultrasnelle klimaatwijziging maakt dat alle studies rond onze energiebehoefte op de schop kunnen. Verwarming zal het grote probleem niet zijn, koeling des te meer. Dit gezegd zijnde: tocht en koude oppervlakken zijn in wintersituaties niet aangenaam. Dat los je niet op met een verwarmingssysteem, daarvoor dient de bouwschil aangepakt te worden!”

Benjamin: “Er is nog onzekerheid over groene warmte, maar dat mag geen bezwaar zijn om nu al in te zetten op energiebesparende renovaties.”

Connect2Change is het jaarlijkse netwerkevent van Bond Beter Leefmilieu. Dit jaar bewaren fysiek een veilige afstand, maar inhoudelijk breken we uit onze bubbel. We gaan online in debat met changemakers uit de milieubeweging, en ver daarbuiten.