Rechtstoegang voor burgers en verenigingen verder onder druk

De overheid maakt het voor burgers en verenigingen steeds moeilijker om naar de rechtbank te stappen. Nadat eerder al beslist werd tot een 21% BTW-tarief op de lonen van advocaten en een verhoging van de kosten voor een rechtszaak bij de Raad van State, ligt er nu een wetsvoorstel op tafel om de griffierechten bij gewone rechtbanken voortaan niet meer per zaak, maar per persoon te rekenen. Dat maakt het een pak moeilijker om kwetsbare en onmachtige consumenten de mogelijkheid te bieden zich te verenigingen tegen bijvoorbeeld multinationals, zoals voorzien in de consumentenwetgeving. Test Aankoop protesteert dan ook terecht met een open brief aan de ministers van Financiën en Justitie. Want het bemoeilijken van de rechtstoegang is de eerste stap naar rechtweigering.

Bij een collectieve vordering van bv. 1.000 gedupeerden tegen een multinational, zal voortaan 100.000 euro rechten moeten betaald worden, in plaats van 100 euro nu. Als bovendien in beroep moet gegaan worden, komt daar nog eens 210.000 euro bovenop. En bij Cassatie zelfs 370.000 euro. Dat ruikt sterk naar klasse-justitie.

Rechtsplegingvergoeding

Deze kostenverhoging komt nog eens bovenop een eerdere wijziging van de wetgeving, waardoor de verliezende partij voortaan moet opdraaien voor de advocaatkosten van de winnende partij (de zgn. rechtsplegingsvergoeding). Dit zal veel burgers afschrikken om nog naar de Raad van State te stappen. Omgekeerd voorziet de overheid voor zichzelf wel een uitzondering, zij moet bij verlies van een rechtszaak nooit een rechtsplegingsvergoeding betalen. Twee maten en twee gewichten?

Bestuurlijke lus

De nieuwe wet voorziet bovendien in een bestuurlijke lus, waarbij een overheid een fout tijdens een lopende procedure bij de Raad van State kan rechtzetten. Zo zou een overheid die niet motiveert waarom ze met bepaalde bezwaren geen rekening houdt, dit alsnog kunnen motiveren in een nieuwe beslissing, zou alsnog een onterecht ‘vergeten’ advies ingewonnen kunnen worden, kunnen foutieve berekeningen in een MER worden overgedaan,… Zo worden de rechten van de verdediging helemaal onderuit gehaald. Reden waarom onder meer BBL, Greenpeace en de Liga voor de Mensenrechten deze wetswijziging aanvechten bij het Grondwettelijk Hof.

Zo’n bestuurlijke lus was eerder ook al voorzien in het Vlaamse decreet ruimtelijke ordening. Op vraag van onder meer Ademloos en Straten-Generaal heeft het Grondwettelijk Hof vorig jaar die bestuurlijke lus-regeling vernietigd wegens de schending van de rechten van verdediging, de formele motiveringsplicht, het recht van toegang tot een rechter en de beginselen van onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de rechter. De regeling gaat volgens het Grondwettelijk Hof regelrecht in tegen het Verdrag van Aarhus, een VN-verdrag over de basisrechten van burgers en hun verenigingen. Dit verdrag voorziet onder meer in ‘wide acces to justice’.

Maar ondanks dit voor de overheid zeer kritische arrest, heeft de Vlaamse regering  opnieuw een decreet opgemaakt om de regeling toch opnieuw in te voeren, weliswaar met enkele zeer beperkte aanpassingen. Dat gaat binnenkort naar het Vlaams parlement. BBL zal er alvast voor ijveren dat het niet wordt goedgekeurd.

Gevaarlijke combinatie

De combinatie van de bestuurlijke lus en de rechtsplegingvergoeding, kan er zelfs toe leiden dat iemand die een procedure start tegen een onterecht genomen besluit van een overheid, die de fout rechtzet via een bestuurlijke lus, alsnog een rechtsplegingsvergoeding zal moeten betalen aan de overheid, hoewel de klacht in se terecht was. Als rechtszoekende riskeer je dus te moeten opdraaien voor de advocaatkosten van de overheid, die haar fout via een bestuurlijke lus kan rechtzetten.  

Overheid voorziet voor zichzelf een uitzondering

Maar er is meer. In de wet van 25 april 2014 “ter verbetering van verschillende wetten” voorziet de overheid in een algemene vrijstelling van de rechtsplegingsvergoeding, voor elke publiekrechtelijke rechtspersoon die in het algemeen belang als partij optreedt in een geding. Hiermee wordt elke gemeente, intercommunale, provincie, openbare instelling, minister, regering,… vrijgesteld als ze een rechtszaak verliest. Maar wanneer echter de zaak gewonnen wordt door de publiekrechtelijke rechtspersoon, heeft deze volgens deze wet wél recht op de rechtsplegingsvergoeding van de verliezende partij...