Unsplash | Ouael Ben Salah 

Raakt de elektrische vrachtwagen de startblokken uit?

Unsplash | Ouael Ben Salah 

Bond Beter Leefmilieu pleit er alvast voor dat tegen 2030 de helft van alle nieuw aangekochte vrachtvoertuigen emissievrij moet zijn, en dat er vanaf 2029 enkel nog emissievrije bestelwagens worden verkocht.

De champagnekurken knalden vorige maand in Europese middens: Europa legt constructeurs verplichtingen op om emissieloze vrachtwagens en bussen te produceren. Tegen 2030 moet 1 op 3 nieuwe vrachtwagens emissievrij zijn. Tegen diezelfde datum mogen er enkel nog nieuwe emissieloze bussen in leefkernen rijden. Groot nieuws dus, dat terecht gevierd mag. Al blijft er een addertje onder het gras: het zijn diegenen die de vrachtwagens maken die de doelstellingen moeten halen, niet degenen die ermee rijden. Zullen de transporteurs, en zeker de Vlaamse, volgen?

“De Vlaming is risicoavers”, wordt er wel eens gefluisterd. Zonder iedereen in ons gewest over dezelfde kam te willen scheren, staat de Vlaamse transportsector niet te springen voor een snelle overgang naar elektrische vrachtwagens. De federaties willen zich niet verbinden aan emissieloze beleveringen in centrumsteden tegen 2035, bijvoorbeeld. Iets wat in Nederland volgend jaar — jawel, in 2025 al — van start gaat. Die twijfelende Vlaamse transporteurs moeten dus over de streep getrokken worden. Om te garanderen dat elektrische voertuigen niet alleen worden gebouwd, maar ook effectief gekocht, moet aan vier belangrijke voorwaarden voldaan worden.

  1. Maak beleid op basis van doelstellingen

Als we met ons allen niet weten welk doel we voor ogen hebben, is het moeilijk om aan de transportsector te vragen om snel te verduurzamen. Vlaanderen en België moeten, net als Europa, een doelstelling opleggen. Niet voor constructeurs, wel voor transporteurs. Bond Beter Leefmilieu pleit er alvast voor dat tegen 2030 de helft van alle nieuw aangekochte vrachtvoertuigen emissievrij moet zijn, en dat er vanaf 2029 enkel nog emissievrije bestelwagens worden verkocht.

Kortom, bepaal een doel en stem daar beleid op af. En laat het geen dode letter blijven. 

  1. Creëer schaalvergroting door emissievrije stadslogistiek

Hoe meer kilometers een vrachtwagen aflegt, hoe goedkoper die wordt voor de transporteur. Hetzelfde geldt voor elektrische trucks. Een slimme manier om dit te bereiken, en ondertussen de luchtkwaliteit voor veel inwoners te verhogen, is emissievrije logistiek te verplichten in alle Vlaamse centrumsteden. De transporteur heeft onmiddellijk een groot gebied waar er vraag is naar duurzaam vrachtverkeer en waardoor de kosten dalen. Burgers genieten van de gezondheidsvoordelen.

Onze noorderburen demonstreren dat het kan. Zij voeren vanaf volgend jaar al deze zones in. Ook Vlaanderen moet deze weg op. Ondanks eenzelfde belofte in het Vlaams regeerakkoord, blijft het wachten op de regelgeving. Onze mening: vanaf 2031 enkel nog elektrische bestelwagens in de zero-emissiezones. Ten laatste 2035 enkel nog propere trucks.

  1. Voorzie investeringszekerheid aan de hand van fiscale prikkels

Akkoord, een vrachtwagen op elektriciteit of waterstof is op moment van aankoop duurder, wat de drempel om deze aan te schaffen verhoogt. Ook al is het totale kostenplaatje, dus met inbegrip van alle terugkerende kosten voor de volledige levensduur van het voertuig, vaak voordeliger, zeker bij de elektrische variant. 

Het is aan de overheid om extra prikkels te geven. Een aankoopsubsidie moet blijven bestaan, maar is niet de belangrijkste prikkel. Via fiscale prikkels kan er gestuwd worden naar emissievrije trucks: de hoogste investeringsaftrek, voordelige leningen bij de bank, goedkopere verzekeringen, gedeeltelijke vrijstelling op de kilometerheffing,...

En vooral: schaf de korting op accijnzen van de professionele diesel af. Anno 2024 krijgen transporteurs nog altijd korting op hun diesel, waardoor de staat een miljard euro per jaar misloopt. Erger nog: het gebruik van diesel aanmoedigen, terwijl we over zes jaar 55% minder CO2 moeten uitstoten, slaat als een tang op een varken.

  1. Stimuleer gedeeld laden op basis van hernieuwbare energie

Een elektrische vrachtwagen in gebruik nemen is de laatste stap in het traject naar emissievrij transport. Ze moeten ook opgeladen worden. Het combineren met hernieuwbare energie, opgewekt door zonnepanelen, is daarvoor een no-brainer. Dit geldt extra als het wordt gekoppeld aan een batterij. Toch is een upgrade van het laagspanningsnet, naar het midden- of hoognet al snel nodig. Zo’n cabine kost geld. En kan in theorie op bedrijventerreinen makkelijk gedeeld worden door verschillende bedrijven. 

Helaas wordt dit momenteel nog niet toegelaten door de netbeheerder. Ook flexibele elektriciteitscontracten is zo’n voorbeeld. De elektriciteitsvraag van transportbedrijven piekt ‘s nachts, wanneer de vrachtwagens terugkeren en opladen voor de volgende dag. Gezinnen hebben dan weer de meeste elektriciteit nodig ‘s avonds, wanneer iedereen thuis komt. Transportbedrijven moeten, om hun vraagpiek te anticiperen, inzetten op zonnepanelen gekoppeld aan een batterij. Zij kunnen tijdens de avondpiek, wanneer gezinnen thuiskomen,  ons net bijkomend ondersteunen door terug elektriciteit op het net te injecteren. Tot slot kan ook een laadpaal gebruikt worden door meerdere bedrijven, zeker op gedeelde bedrijventerreinen. Het is aan de Vlaamse overheid en Fluvius om die flexibiliteit mogelijk te maken en aan te moedigen.

Werk aan de winkel

Elektrische vrachtwagens alleen kunnen het klimaatprobleem niet oplossen. Het is nog belangrijker om in te zetten op het verhogen van de beladingsgraad in voertuigen zodat er minder vrachtwagens nodig zijn. Daarnaast moeten ook meer goederen via het spoor en de binnenvaart vervoerd worden. Maar om de toeleveringsketens naar die transportmodi te verleggen, moet er een groot volume aan goederen op inzetten. En dat volume kan enkel gecreëerd worden door samenwerking. Daar moet de focus van de sector het volgende decennium op liggen.