Professionele diesel is hallucinant fiscaal cadeau aan buitenlandse transportbedrijven

De regering moet het systeem van de professionele diesel afschaffen en de Belgische transporteurs helpen bij de overgang naar emissievrije vrachtwagens.

Bij de fiscale hervorming die de regering wil doorvoeren, mag de bijna 1 miljard euro grote kostenpost van de professionele diesel zeker van tafel. Het huidige systeem komt vooral de buitenlandse transportbedrijven ten goede, en vertraagt onnodig de stap naar elektrificatie. Die kan onze sector net extra concurrentiekracht geven.

De dieselcrisis begin 2000 leidde tot felle protesten van transporteurs. Dagenlange betogingen maakten de baan vrij voor de invoering van de professionele diesel in 2004. Transporteurs, taxi’s, autocars en transport voor mindervaliden werden vrijgesteld van de hogere bijzondere accijns die er zat aan te komen.

18 jaar later is de professionele diesel een duizelingwekkende kostenpost die het tanktoerisme in de hand werkt. De kosten voor de overheid stijgen pijlsnel. In 2016 moest de federale overheid 254,2 miljoen euro ophoesten, in 2020 liep dat op tot 914,4 miljoen euro. Een stijging van liefst 260 procent in amper zes jaar. Een onhoudbaar systeem, dat transporteurs aanmoedigt tot overconsumptie en investeringen in duurzame voertuigen ondergraaft. Het systeem leidt ertoe dat we samen met Luxemburg de goedkoopste commerciële diesel hebben in West-Europa. Liefst 2.464.787 liter getankte diesel in 2020 was tanktoerisme, stelt Transport & Mobility Leuven. De Belgische staat houdt een systeem in stand dat ons jaarlijks handenvol geld kost en geen rekening houdt met de klimaatimpact en de maatschappelijke impact.

Het systeem van de professionele diesel faalt: buitenlandse transporteurs passeren tweemaal langs de kassa, ten koste van de Belgische vervoerder. Voornamelijk de buitenlandse transporteurs maken van dat gunstregime gebruik: 77.000 buitenlandse ondernemingen tegenover 66.000 Belgische, goed voor 62 procent van alle terugbetalingen. Bovendien is het relatieve voordeel voor de niet-Belgische vervoerder groter dan voor de Belgische transporteurs. Hun loonkosten liggen lager, terwijl ze hetzelfde accijnsbedrag ontvangen. Een stille ondergraving van de Belgische transporteur door de overheid.

De Belgische transportsector gaat door een zware crisis. Door stijgende lonen en brandstofkosten steeg het aantal faillissementen met een derde sinds covid, goed voor een verlies van 400 bedrijven en 1.000 jobs. Onze federale beleidsmakers moeten de Belgische vervoerders voluit ondersteunen en begeleiden naar een transportsector met emissievrije trucks. Daar ligt het concurrentievoordeel. Verhoog vanaf 2023 stapsgewijs de accijnzen en schaf vanaf 2027 de professionele diesel af. Zo anticiperen we op de nieuwe Europese belastingrichtlijn. Dat levert vanaf 2023 al 151 miljoen euro op, vanaf 2027 tot 366 miljoen euro. Dat maakt budget vrij voor de vergroening van de transportsector, door een verhoogde investeringsaftrek op emissievrije vrachtwagens en laadinfrastructuur, met extra ondersteuning voor kmo’s.

Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) kan twee vliegen in één klap slaan door de afschaffing van de professionele diesel op te nemen in de fiscale hervorming. Hij kan de concurrentiepositie van de Belgische transporteur versterken en het investeringsbeleid vergroenen. Een kans voor een minister die hamert op doordachte en structurele verandering.

Dit artikel verscheen als opinie in De Tijd

Desinvestering uit fossiele energie Vrachtverkeer

Meer over Desinvestering uit fossiele energie, Vrachtverkeer