Op 15 oktober presenteerde Essenscia, de sectorfederatie van de chemie-, kunststoffen- en lifesciencesbedrijven haar tweejaarlijks duurzaamheidsrapport. Naar aanleiding daarvan ventileerde Frank Coenen, voorzitter van Essenscia de grote ongerustheid over de energieprijzen als bedreiging voor de sector. Europa moet een beter evenwicht vinden tussen competitiviteit en bezorgdheid voor het klimaat, zo stelde hij. Als we zo voortdoen, gaat de industrie kapot, en snel.
De chemie topman stelde dat de sector blijft investeren in innovatieve oplossingen, maar dat er meer tijd nodig is om tot duurzame oplossingen te komen. Hij pleit in tussentijd voor een minder snelle sluiting van de kerncentrales en voor onderzoek naar shalegaswinning.
Dat de sluiting van de kerncentrales al sinds 2003 op de tafel ligt en er ondertussen 10 kostbare jaren verloren gingen, is de Essenscia voorzitter blijkbaar ontgaan. Dat shale gas en steelkoolgas niet alleen nefast zijn voor ecosystemen en leefbaarheid, maar bovendien de noodzakelijke ommeslag naar een duurzaam energiesysteem alleen maar bemoeilijken, verliest men bij Essenscia ook uit het oog. Bovendien wordt alsmaar duidelijker dat deze fossiele bron niet de goedkope oplossing is waarvoor men ze wil laten doorgaan. Dat energiebesparing tenslotte ook in de industrie een cruciale rol kan spelen in het beheersbaar houden van de energiefactuur is bij Essenscia blijkbaar geen onderdeel meer van het debat.
Dat noemen wij pas echt onrustwekkend.