OESO: milieudruk Vlaamse landbouw blijft te hoog; maar verbetering merkbaar

Hoewel er sinds 1990 zeker verbetering merkbaar is, oefent de intensieve landbouw in België nog steeds een buitenproportionele druk uit op het milieu. Dat blijkt uit een nieuw rapport van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling). Het rapport bestudeert de evolutie van de milieu-impact van de landbouw sinds 1990 voor alle OESO-landen. De Belgische landbouw blijkt erg intensief in vergelijking met de andere OESO-landen. Het gebruik van anorganische meststoffen, pesticiden en energie door de Belgische landbouw is gedaald, maar desondanks ligt het gehalte aan verschillende vervuilende stoffen afkomstig van de landbouw nog ver boven het OESO-gemiddelde. De sector blijft een onmiskenbare bron van water- en luchtvervuiling en oefent een grote druk uit op bodemerosie, biodiversiteit en landschap.

Uit de studie blijkt dat op een steeds groter deel van het landbouwareaal agromilieumaatregelen worden toegepast, voornamelijk met als doelstelling de nutriëntenvervuiling te verminderen en biodiversiteit te beschermen. Ondanks deze toegenomen inspanningen blijven de uitdagingen voor de sector groot.
De druk op het water is aan het dalen, maar de gehalten aan nutriënten (stikstof en fosfor) en pesticiden in het Belgische water behoren tot de hoogste in de OESO. Het aandeel van de landbouw in de stikstof- en fosforvervuiling van ons oppervlaktewater bedraagt respectievelijk 60 en 35%, waarmee landbouw de belangrijkste bron is van nutriëntenvervuiling in oppervlaktewater. Hoewel in Vlaanderen de nutriëntenoverschotten zijn gedaald en de efficiëntie van het nutriëntgebruik is toegenomen, scoren we ook op deze vlakken nog steeds beneden het OESO-gemiddelde. Ongeveer hetzelfde verhaal geldt voor de pesticiden: het gebruik ervan is gedaald, maar in oppervlaktewater wordt de norm voor pesticiden nog steeds regelmatig overschreden.

Positievere berichten zijn er te lezen over de uitstoot van ammoniak en broeikasgassen door de landbouw. Tussen 1998 en 2002 is de uitstoot van ammoniak substantieel afgenomen, voornamelijk dankzij de verplichte emissiearme bemestingmethoden. Toch vormt verzuring (grotendeels veroorzaakt door ammoniak) nog steeds een ernstige bedreiging voor de ecosystemen. Ook de uitstoot van broeikasgassen is ten opzichte van 1990 met 10% afgenomen, dankzij de verminderde bemesting en de inkrimping van de veestapel.

De studie toont een zichtbare verbetering van de milieuprestaties van de landbouw, maar dat de doelen zijn nog verre van bereikt. BBL benadrukt dat Vlaanderen haar inspanningen moet blijven volhouden en waar nodig verstrengen. De studie bevestigt onder meer onze bezorgdheid over de dreigende uitbreiding van de veestapel, waardoor de reeds bereikte daling van de mestdruk en de broeikasgasemissies zouden teniet gedaan worden.

Landbouw