Nieuwe VN-onderhandelingstekst: ‘Klimaatactie om de vijf jaar opschroeven’

De VN publiceerden op 5 oktober een afgeslankte tekst voor het klimaatakkoord in Parijs. Drie belangrijke punten: er komt een doelstelling op lange termijn, voorlopig weliswaar zonder cijfers of exacte bewoordingen. De tekst stelt een structuur voor waarin staten om de vijf jaar hun klimaatinspanningen moeten verhogen. En er is een leeg stukje voorzien voor een regeling voor verlies en schade. Van 19 tot 23 oktober wordt er in Bonn onderhandeld over deze tekst -- de laatste rechte lijn naar Parijs.

Raamwerk voor nationale inspanningen

De tekst stelt een structuur voor waarin staten minstens iedere vijf jaar striktere klimaatplannen indienen. Die constructie is onmisbaar, omdat het effect van de tot hiertoe ingediende nationale klimaatplannen niet volstaat om de opwarming van de aarde tot 2 °C te beperken. Met het herzieningsproces is er de hoop dat staten hun inspanningen om gezette tijden zullen opdrijven.

Sommige landen willen echter maar om de tien jaar een aanpassing van de nationale klimaatplannen, terwijl andere willen dat alleen rijke landen nieuwe plannen moeten indienen. Het is steeds duidelijker dat het Parijse klimaatakkoord een raamakkoord zal zijn.

Open langetermijndoel

Een passage in de onderhandelingstekst biedt ruimte voor een doel op lange termijn in het klimaatakkoord. Dat is uitstekend nieuws. Maar het blijft erg onduidelijk over het niveau waarop de mondiale uitstoot moet stranden, de timing en de exacte bewoordingen. Dit is de paragraaf die alle opties openlaat:

“Partijen willen tegen [X datum][de mondiale broeikasgasuitstoot doen pieken][een netto-zero broeikasgasuitstoot] [een reductie van X procent broeikasgasuitstoot] [een mondiale lage-koolstof transformatie] [een mondiale lage-emissie transformatie] [koolstofneutraliteit] [klimaatneutraliteit].”

De exacte bewoording is hier bijzonder belangrijk. Een vaste datum om de emissies te laten pieken of een helder reductiepercentage, die in lijn liggen met de aanbevelingen van het IPCC, hebben een groter potentieel om staten aan te zetten tot klimaatactie dan vage ideeën zoals ‘lage-emissietransformatie’ of ‘lagekoolstofeconomie’. In het beste geval bevat het klimaatakkoord een statement dat een volledige omschakeling naar een hernieuwbare-energiemodel voorziet ten laatste tegen 2050.

Lege ruimte voor regeling van verlies en schade

Het staat vast dat de klimaatopwarming ondanks de inspanningen om zich aan te passen onvermijdelijk zal leiden tot schade en verliezen voor mensen en van natuur. Sommige (zuidelijke) staten zullen die schadelijke gevolgen sterker voelen dan anderen. Een bijzonder heikel punt in de onderhandelingen is dan ook een solidariteitsmechanisme voor verlies en schade. Rijke landen vrezen dat dit weleens zou kunnen uitgroeien tot een systeem van schadevergoedingen.

Ook uit de nieuwe onderhandelingstekst blijkt dat verlies en schade een gevoelig onderwerp blijft. Zo is er geen concreet tekstvoorstel met verschillende opties tussen haakjes, zoals bijvoorbeeld wel het geval is voor het langetermijndoel. Wel wordt melding gemaakt van een belangrijke vooruitgang, namelijk “de algemene aanvaarding van het principe dat er een regeling moet worden opgenomen”. Maar de status en inhoud blijven onduidelijk. In de agenda voor Bonn is dan ook relatief veel ruimte voorzien voor de bespreking van een regeling voor verlies en schade.

Geen internationaal klimaattribunaal

Internationale akkoorden zijn over het algemeen zwak als het op afdwingbaarheid aankomt. Dat is des te meer zo in een complexe context als klimaatopwarming. Sommigen staten en organisaties droomden daarom van een internationaal klimaattribunaal. De tekstvoorstellen daarover werden echter geschrapt. De kans dat er een internationaal klimaattribunaal zal opgericht worden in Parijs, is zo goed als onbestaande.

Bij de tekst blijven

Van 19 tot 23 oktober onderhandelen 194 staten in Bonn een laatste keer over de tekst. Dan komt vanaf 29 november Parijs, waar alles in definitieve vorm moet worden gegoten. Om op korte tijd concrete vooruitgang te boeken, wordt in Bonn van staten verwacht dat ze hun louter mondelinge tussenkomsten beperken en zoveel mogelijk hun standpunt op papier zetten. De onderhandelingstekst wordt tijdens de sessies geprojecteerd zodat onderhandelaars letterlijk en figuurlijk bij de tekst blijven.