Investeer meer in fiets, openbaar vervoer en binnenvaart

Laurien wil als Minister voor de Toekomst onze mobiliteit verschonen en weer vlot trekken. Het is moeilijk uit te maken wat sterker is: het netwerk of de kennis van zaken van deze gedreven bio-ingenieur. Ze doet dit voorstel omdat we allemaal recht hebben op vlot vervoer en propere lucht.

We leggen met zijn allen in België elk jaar 85 miljard kilometer af met de wagen. Daarnaast blijft ook het vervoer van goederen maar toenemen: met bijna de helft voor lichte vracht in de laatste vijftien jaar. Het gevolg is luchtvervuiling, klimaatverandering en voortdurend lawaai voor wie de pech heeft naast een drukke weg te wonen.

Iedereen weet hoe het beter kan: laat die auto staan en kies voor koning fiets, ga gezellig te voet, neem de bus of de trein en stress niet over wegpiraten of parkeerplaats. Daarom dit voorstel. We investeren in bereikbaarheid en het openbaar vervoer, zodat de juiste keuze ook de makkelijke keuze wordt. We pakken het aan op de volgende punten.

Alles dichtbij, iedereen blij

Als we in de centra van steden en dorpen wonen, kunnen we te voet naar de bakker en met de fiets naar school. Nieuwe woningen, winkels en kantoren gaan we dus bouwen rond de fiets-, bus- en treinnetwerken die er al liggen. Alles lekker dichtbij, iedereen blij - ook als je geen auto hebt. Op de knooppunten van al die routes zorgen we voor mobipunten: trein, tram, bus, deelfietsen en deelwagens samen, zodat je kunt kiezen wat op dat moment het makkelijkst is voor jou. Dat staat zo al in het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen en moet ook in het Mobiliteitsplan Vlaanderen komen.

Veilige fietsinfrastructuur

We willen de investeringen in fietsinfrastructuur optrekken tot 500 miljoen euro per jaar. Daarmee werken we het netwerk van fietssnelwegen en het Bovenlokaal Functioneel Routenetwerk af. Die bestaan allebei al op papier, we weten dus precies hoe we het gaan doen. Alle steden en het Brussels Gewest worden vlot en veilig bereikbaar met de fiets vanuit de stadsrand, als bonus verbranden we met zijn allen niet langer diesel en benzine, maar wel onze zwembandjes.

De Lijn updaten

Natuurlijk is de fiets is niet altijd, overal en voor iedereen een optie. Daarom moet er ook een update komen om De Lijn verder te ontwikkelen. Hoog tijd ook, de laatste versie van de Visie 2020 van De Lijn dateert al uit 2009. Een aantal belangrijke punten waarop we willen inzetten: op drukke busstraten komen trams, een aantal tramlijnen die er al liggen verlengen we en we bouwen nieuwe sneltramlijnen langs overbelaste autostrades. Trams en bussen krijgen eigen beddingen en voorrang aan verkeerslichten, zodat ze hun passagiers vlotjes op hun bestemming krijgen. Waar we dat geld vandaan halen? Vandaag gaat het overgrote deel van de Vlaamse investeringen in infrastructuur naar autowegen: spitsstroken, ringwegen, wegverbredingen, noem maar op. Dat leidt alleen maar tot meer auto’s. En dus niet alleen meer luchtvervuiling, maar uiteindelijk ook meer files. We verdelen dat budget op een meer logische manier en winnen drie keer.

Vrachtverkeer via binnenvaart

Tot slot, het vrachtverkeer. Misschien denk je daarbij vanzelf aan trucks en bestelwagens. Think out of the box, er is nog een andere kandidaat: de binnenvaart. Een gemiddeld binnenvaartschip neemt al snel 150 vrachtwagens van de weg. Vlaanderen heeft meer dan 1.000 kilometer bevaarbare waterwegen. En vier op de vijf bedrijven liggen op minder dan 10 kilometer van zo’n waterweg

Binnenvaart heeft nu een aandeel van 15 procent binnen het goederentransport, spoor 10 procent en vrachtverkeer 75 procent. Het aandeel van de boten trekken we op door te investeren in hogere bruggen (onder andere over het Albertkanaal), nieuwe sluizen en overslagpunten waar vervoer per schip niet mogelijk is. Met een steunprogramma om de binnenschepen te vergroenen en elektrisch te maken, komt het helemaal in orde. Samen met de havenbedrijven kunnen we de ‘walstroom’ uitwerken, laadpalen voor boten zeg maar. Zo kunnen schepen, als ze aanmeren aan de kade, hun scheepsmotoren en dieselgeneratoren afzetten en overschakelen op het elektriciteitsnetwerk op land.