De ‘bestuurlijke lus’ is een juridisch handigheidje dat de vorige federale regering invoerde bij de Raad van State. Het kan de rechten van de verdediging ondermijnen. BBL stapte naar de rechter en kreeg gelijk: de lus moest weg. Maar waar kwam de Vlaamse regering net voor het zomerreces mee aanzetten? Jawel, een nieuwe bestuurlijke lus.
Lussen draaien
De vorige federale regering hervormde de wetgeving op de Raad van State en voorzag daarbij in een zogenaamde bestuurlijke lus. Hiermee kan een overheid onregelmatigheden in een beslissing rechtzetten tijdens een lopende rechtszaak tegen die beslissing. Zo kan een overheid die niet motiveerde waarom met bepaalde bezwaren geen rekening werd gehouden, dit alsnog kunnen motiveren in een nieuwe beslissing of kan een onterecht ‘vergeten’ advies toch nog ingewonnen worden.
Omdat hierdoor de rechten van de verdediging helemaal onderuitgehaald kunnen worden, stapten een hele resem verenigingen, waaronder BBL, naar het Grondwettelijk Hof. Dat stelt ons nu in het gelijk, onder meer omdat de bestuurlijke lus in strijd is met het beginsel van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter.
Nieuw Vlaams decreet
Zo’n bestuurlijke lus was eerder ook al voorzien in het Vlaamse Decreet Ruimtelijke Ordening, bij procedures tegen bouwvergunningen. Ook die bestuurlijke lus werd eerder door het Grondwettelijk Hof vernietigd. Desondanks keurde de Vlaamse regering vlak voor het zomerreces een decreet goed om de regeling opnieuw in te voeren, weliswaar met enkele zeer beperkte aanpassingen.
Dat nieuwe decreet moet wel nog goedgekeurd worden door het parlement. BBL zal ervoor ijveren dat dat niet gebeurt, zodat de overheid niet op eigen houtje lussen blijft draaien.