13,9% van de Vlaamse kinderen heeft astma. 18% van onze jongeren lijden aan overgewicht. Elk jaar zijn 3.000 kinderen en jongeren het slachtoffer van een verkeersongeval. Onthutsende cijfers, die deze week gepresenteerd werden op een studiedag van de Gezinsbond. Met deze cijfers in het achterhoofd wil de Gezinsbond beleidsmakers bewust maken van de risico’s die kinderen dagelijks lopen in het verkeer, door vervuiling van de leefomgeving of door gebrek aan speelruimte. Daarom ijvert de Gezinsbond voor een kindnorm, een set van na te sterven doelstellingen die vertrekken vanuit de behoeften van kinderen. Het gaat dan bijvoorbeeld om een goede luchtkwaliteit, waarbij normen voor onder meer fijn stof rekening houden met de extra kwetsbaarheid van kinderlongen. Nu zijn normen voor luchtkwaliteit veelal afgestemd op een volwassen, gezond mannenlichaam. Een ander voorbeeld is “ruimte voor kinderen”. De Gezinsbond pleit voor voldoende ruimte in de woonomgeving om buiten te kunnen spelen, maar ook voor voldoende ruimte op de stoep en in de straat om veilig en onbevangen naar een speelplek te kunnen wandelen of fietsen. Zodat kinderen niet de hele tijd binnen achter de tv moeten zitten.
Bedoeling van een kindnorm is dat met belangen van kinderen rekening wordt gehouden bij het uitwerken van nieuwe wetgeving, het goedkeuren van ruimtelijke plannen of bij de inrichting van straten en pleinen. Dat kan dan via een jongeren- en kindeffectrapport (JOKER), vergelijkbaar met het systeem van milieueffectrapportage. Om de administratieve overlast niet nog meer te verzwaren, kunnen deze effectrapporten best geïntegreerd worden in één geheel.
De Gezinsbond kan voor de kindnorm op de steun rekenen van Bond Beter Leefmilieu. Een kindvriendelijke samenleving, die rekening houdt met de behoeften en beperkingen van kinderen, is immers ook een duurzame samenleving. Daarom slaan Gezinsbond en Bond Beter Leefmilieu volgend jaar op Dag van de Aarde de handen in mekaar onder het motto ‘Geef ons de ruimte!’