Shaah Shahidh | Unsplash

Gedaan met dumpen van giftige brandstoffen in Afrika

Shaah Shahidh | Unsplash

Terwijl Europa stappen zet om haar eigen luchtkwaliteit te verbeteren, blijft ze massaal giftige brandstoffen dumpen op Afrikaanse markten. Nu Nederland deze export aan banden heeft gelegd, is het zwaartepunt verschoven naar de haven van Antwerpen. Hoog tijd dat ook ons land een einde maakt aan deze hypocrisie.

Schadelijke reststromen kwijtraken en er tegelijkertijd geld aan verdienen? De export van giftige brandstoffen naar Afrika vanuit Antwerpen is een cynische maar courante praktijk. Als een van de hoofdexporteurs, dumpt ons land er maandelijks honderdduizenden tonnen brandstoffen die het op eigen bodem niet meer durft te verbranden. De concentraties aan schadelijke stoffen overschrijden namelijk de Europese norm in veelvoud. Apache bracht aan het licht dat de rol van de Antwerpse haven in de export van deze dirty fuels het afgelopen half jaar sterk toenam.

Zo neemt ook onze verantwoordelijkheid voor de bijzonder schadelijke impact op gezondheid en leefmilieu in de importlanden verder toe. Rechtstreeks, door de uitstoot van grote hoeveelheden zwavel, benzeen en metalen. Maar ook onrechtstreeks, doordat katalysatoren van auto’s het begeven onder deze beroerde brandstofkwaliteit. De Afrikaanse landen die inzetten op schonere voertuigen en betere luchtkwaliteit zijn eraan voor de moeite. 

80% van alle brandstoffen die West-Afrika bereiken langs de havens van Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen had een zwavelgehalte van maar liefst 100 keer de Europese norm.

Lege politieke beloftes 

Het toppunt? We weten dit al jaren. Al in 2016 bleek uit een rapport van Public Eye dat de helft van alle brandstoffen die de West-Afrikaanse landen bereiken, langs de havens van Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen gaan — kortweg de ARA. 80% hiervan had een zwavelgehalte van maar liefst 100 keer de Europese standaard. CEO van de Antwerpse haven, Jacques Vandermeiren, stelde onomwonden dat “je niet om de vraag heen kunt of dit nog wel oké is.”

Sp.a en Groen eisten de onmiddellijke stopzetting van de vuile export en ook N-VA kaartte de problematiek aan in de Kamer. Minister-president Geert Bourgeois kondigde aan “actief te zullen meewerken aan het zoeken naar een oplossing” en in te zetten op een gezamenlijke aanpak met Nederland. 

Nederland doet het huiswerk

Die gezamenlijke aanpak bleek echter vooral een Nederlandse inspanning: zij legde in april 2023 de export van vuile brandstoffen aan banden. De zwavelconcentratie mag nog maximaal 50 deeltjes per miljoen (ppm) bedragen, een eis die Afrikaanse landen al op de Nairobi-conferentie uitten — een unieke bijeenkomst tussen 24 Afrikaanse landen en België, Nederland, Portugal en Zweden. Ter vergelijking: hoewel de Europese norm sinds 2009 op 10 ppm ligt, overschrijden de brandstoffen die naar Afrika geëxporteerd worden geregeld concentraties van 1.000 ppm. 

Doordat ons land veel trager reageert, wordt Antwerpen nu nog meer de draaischijf van deze schandelijke export. Voor de invoer van de Nederlandse regel was Antwerpen verantwoordelijk voor ongeveer de helft van de ARA-export naar West-Afrika. Nu is dat aandeel aangezwollen tot driekwart van de export, toont Apache aan.

De uitgelezen kans van het Europese voorzitterschap

Gelukkig diende minister Khattabi een wetsvoorstel in om de Belgische productnormen gelijk te stellen aan de Nederlandse. Na advies van de Raad van State en notificatie bij de Europese Commissie, belandt het lot van dirty fuels in het voorjaar van 2024 op de agenda van de federale regering. 

België moet haar verantwoordelijkheid opnemen door dit aanslepend probleem ook aan te kaarten op Europees niveau. Enkel een herziening van de Europese Fuel Quality Directive kan de delokalisatie naar andere Europese landen vermijden en de brandstofkwaliteit voor Afrikaanse markten garanderen. Grijpt België haar Europees voorzitterschap aan om een einde te maken aan deze lucratieve stoelendans? 

Samenwerking met Afrikaanse landen blijft eveneens cruciaal. Zij zijn namelijk zelf vragende partij voor schonere brandstoffen en capaciteitsondersteuning. Door deze stap te zetten, stuurt België een krachtig signaal en schept het een precedent voor andere landen.

Kiki Berkers, beleidsmedewerker klimaat bij 11.11.11

Naomi Cambien, beleidsmedewerker mobiliteit bij Bond Beter Leefmilieu

Dit artikel verscheen eerder als opinie in De Morgen.