Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling onthoofd

Na amper zes maanden bood Philippe Maystadt deze week zijn ontslag aan als voorzitter van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling (FRDO). De FRDO geeft adviezen aan de Belgische federale overheid over het federale beleid voor duurzame ontwikkeling. De beslissing valt na de zoveelste botsing van Philippe Maystad met het VBO en hij voelt dat hij hun vertrouwen kwijt is en zijn rol niet meer correct kan vervullen. Dit is een erg betreurenswaardige beslissing, die als enig voordeel heeft dat ze een aantal zaken op scherp stelt.

Bij zijn aantreden aan het hoofd van de FRDO in september 2012 verklaarde Philippe Maystadt: ”De federale Raad moet het debat stimuleren en verder gaan dan algemeenheden. En dat zal botsen met bepaalde conservatieve krachten”. En zo geschiedde. Zelfs het vastleggen van de prioriteiten van de Raad voor de komende vijf jaar werd een twistpunt waar geen consensus over werd gevonden.

Philippe Maystadt had de intentie en ambitie om zijn schouders mee te zetten onder belangrijke maatschappelijke debatten die thuishoren op de agenda van de FRDO. Vergroening van fiscaliteit, een lange termijnvisie op een duurzaam energiebeleid, groene, inclusieve en slimme groei, eerlijke verdeling van hulpbronnen, …

De FRDO is het enige forum in België waar naast de economische en sociale dimensies ook ecologische overwegingen en Noord-Zuidkwesties aan de orde zijn. Het leidt tot complexe maar boeiende debatten, met vele partners rond de tafel. Maar de VBO vertegenwoordigers binnen de FRDO bleken nog amper mandaat te krijgen om zich met deze thema’s bezig te houden. Ook binnen sommige geledingen van de vakbonden leek dat overigens geen evidentie. 

Grote debatten over een duurzame welvaart kunnen onmogelijk losgekoppeld worden van prangende kwesties zoals duurzamer omgaan met hulpbronnen en grondstoffen en het herstel van het ecologische evenwicht. Dat is ook het inzicht waarmee Philippe Maystadt terugkeerde na een jarenlange inzet aan de top van Europese en internationale instellingen. Tot zijn frustratie bleek dat inzicht in België nog geen evidentie. Zowel politici als sociale partners hebben veel moeite om ecologische elementen structureel te integreren in hun denken. Ze blijven uitgaan van een strikte sociaaleconomische logica, die vooral inzet op zaken zoals competitiviteit en behoud van koopkracht, als enig medicijn tegen de huidige maatschappelijke uitdagingen. De behoudsgezinde krachten voeren daarbij de boventoon. Nochtans bestaat er bij zowel werkgevers als werknemers ook een achterban die er alle belang bij heeft om aan deze strikte sociaal economische een ecologische dimensie toe te voegen. Dat deel van de achterban ziet in dat het behoud van competitiviteit (werkgevers) of koopkracht (werknemers) enkel duurzaam kan zijn indien er bijvoorbeeld ook aandacht gaat naar de afbouw van  milieuschadelijke subsidies, naar veel sterkere stimuli voor energiebesparing, naar impulsen aan de sector van hernieuwbare energie…

Zolang beleidsmakers deze thema’s niet expliciet bovenaan de agenda plaatsen zal hier weinig verandering in komen. Maar als de sociale partners het geluid van hun toekomstgerichte achterban niet meer laten weerklinken zullen politici niet geneigd zijn stappen te zetten. Een impasse dus?

De milieubeweging roept alle leden van de FRDO op om de huidige impasse te doorbreken en open en constructief van gedachten te wisselen over de duurzame ontwikkeling in al zijn dimensies.