Durban geeft impuls om klimaatambitie aan te scherpen

Tijdens de conferentie in Durban is er een stap gezet richting een globaal bindend klimaatakkoord. Mogelijk is er zelfs een politieke opening geforceerd voor een nieuwe verstandhouding tussen de ontwikkelde en de opkomende landen. Maar de wereld is nog steeds onderweg naar een catastrofale opwarming van 3,5 graden of meer. Daarom moeten we ambitieuzer zijn. Te beginnen met Europa. De EU kan voor mei 2012 haar reductiedoelstelling voor 2020 verhogen tot -30% en deze doelstelling laten inschrijven in de tweede Kyoto-periode.

In Durban kwam er meer duidelijkheid over de periode na 2012. Europa zal een tweede Kyoto-periode opnemen en alle landen – ook de VS, Japan, Rusland, China en India - zullen tegen 2015 een globaal, bindend akkoord onderhandelen. Dat akkoord zal ingaan in 2020. Tot dan lopen er enerzijds de bindende reductiedoelstellingen voor de landen die meedoen met de 2de verbintenisperiode van Kyoto en anderzijds de in Kopenhagen toegezegde reductiedoelstellingen voor de andere grote vervuilers. Beide reductiedoelstellingen schieten nog tekort om gevaarlijke klimaatopwarming af te wenden: als alle beloftes worden nageleefd, zijn we nog steeds op weg naar meer dan 3,5 graden opwarming. De belangrijkste conclusie na Durban: de klimaatambitie moet dringend omhoog, anders stevenen we af op een verloren decennium. De EU moet de trend zetten door dit voorjaar haar klimaatinspanningen aan te scherpen en zo de druk te verhogen op de andere grote vervuilers.

EU ga voor 30% geloofwaardige reducties

 

Doordat er in Durban nog niet beslist is over de reductiedoelstellingen in een tweede Kyoto-periode is er nog een goede 4 maand tijd om de EU te bewegen tot meer klimaatambitie voor de komende jaren. Momenteel gaat de EU uit van de doelstelling om tegen 2020 de uitstoot van broeikasgassen met 20% terug te brengen in vergelijking met 1990. In Vlaanderen is de ontgoocheling over het gebrek aan klimaatambitie na Durban breed gedeeld: ook minister Schauvliege beklemtoont dat we er met zwakke reductiedoelstellingen nooit gaan geraken. BBL vindt dat de Vlaamse regering zelf alvast veel meer ambitie moet tonen en hoogdringend de federale overheid moet ondersteunen in haar pleidooi voor een -30% reductiedoelstelling op Europees vlak. Die doelstelling kan dan op 1 mei ingediend worden bij de VN, om ingeschreven te worden in de volgende Kyoto-periode. Tegelijk is er op Europees vlak nood aan een integere positie rond het belangrijkste achterpoortje in de Kyoto-raamwerk: de overdracht van hete lucht of AAU´s. Over dat heikel punt is er in Durban nog geen beslissing genomen. De EU-commissaris Hedegaard evalueert haar optreden in Durban positief. Ze mag er dan al samen met de eilandstaten en Afrikaanse landen in geslaagd zijn de VS, India en China te doen bewegen. Ze kan nog niet met opgeheven hoofd spreken over een integere Europese positie rond hete lucht. Die moet er dringend komen.

Druk verhogen op VS en Canada

In Durban bleek dat de VS de boot afhoudt voor het aanscherpen van de in Kopenhagen afgesproken reductiedoelstellingen. Maar de mogelijkheid om de ambities aan te scherpen is in Durban niet van de baan. De goedgekeurde tekst roept op om de kloof in ambities, tussen de toegezegde reducties en de doelstelling van 2 graden, te dichten. De ambitie moet verhoogd worden aan de hand van de gegevens die uit het 5de rapport van de klimaatwetenschappers van het IPCC komen, dat in 2014 wordt afgerond, en de review van de VN die tussen 2013 en 2015 loopt. De EU, de eilandstaten en de Afrikaanse landen kunnen die twee belangrijke momenten aangrijpen om hun coalitie uit te breiden naar de opkomende BRIC landen, zodat de druk verhoogd op achterlopers zoals de VS en Canada. De uitstap van Canada uit het Kyoto protocol toont des te scherper aan dat dat nodig is.