Uit een nieuw rapport van de Federale overheidsdienst mobiliteit blijkt dat Belgische personenwagens in 2013 in totaal 83,08 miljard kilometers afgelegd hebben, een nieuw record. Dit komt neer op een gemiddelde afstand van 15.284 km per Belg. Dat is 8% meer dan de Duitsers, 17% meer dan de Nederlanders en 20% meer dan de Fransen. Nochtans zijn Frankrijk en Duitsland veel grotere landen met meer autobezit.
Het rapport onderzoekt niet wat de oorzaak daarvan is. Maar de verklaring zit ongetwijfeld in onze barslechte ruimtelijke ordening, die mensen afhankelijk maakt van de wagen, in combinatie met de subsidies voor bedrijfswagens en tankkaarten.
Een voorzichtig positieve noot is dat het aantal gereden kilometers door dieselwagens voor het eerst in dertig jaar lichtjes daalt, van 78,5% naar 78,3 %. Tot 2012 nam dit percentage elk jaar toe. In 1985, het begin van de tellingen, waren dieselwagens goed voor maar 24% van de afgelegde kilometers. De kentering is er gekomen door de aangepaste Belasting op Inverkeersstelling (BIV), die er voor zorgde dat er meer nieuwe benzinewagens dan dieselwagens worden verkocht. Dat laat zich nu ook voor de eerste keer voelen in de cijfers van de afgelegde kilometers.
> Rapport “Afgelegde kilometers 2013 (België / Gewesten) FOD Mobiliteit en Vervoer”