Duitsland vraagt Europese Commissie om langere levensduur van producten

Een studie van het Duitse milieuagentschap UBA toont aan dat de levensduur van elektrische en elektronische toestellen, zoals koelkasten, smartphones en televisies, het voorbije decennium significant daalde. UBA beveelt de Europese Commissie daarom verschillende strategieën aan om de levensduur van producten te verlengen.

‘Veroudering’ of ‘obsolescence’ kan verschillende oorzaken hebben: defecten door gebrekkige werking van toestellen of componenten ervan (‘materiaalveroudering’), gebrekkige interoperabiliteit van software en hardware (‘functionele veroudering’), het verlangen van de consument naar nieuwe spullen, ook wanneer de oude nog functioneel zijn (‘psychologische veroudering’) en het afzien van reparatie als het verschil tussen de reparatiekost en de prijs van een nieuw product te klein is (‘economische veroudering’). Strategieën om veroudering tegen te gaan richten zich dus best tot zowel producenten als consumenten.

Minimale levensduur

Volgens UBA kan Europees beleid normen vastleggen voor een minimale levensduur van producten. De Europese Ecodesign-richtlijn biedt reeds een kader om dit te doen. Een andere aanbeveling omvat het verplichten van producenten om een gegarandeerde levensduur van het product en de beschikbaarheid van reserveonderdelen en hersteldiensten te vermelden. Zo kan de consument de repareerbaarheid van een product evalueren vooraleer het aan te kopen. Tegelijk raadt UBA beleidsmakers aan om werk te maken van een lagere btw op repareerdiensten. 

Veroudering van producten tegengaan is volgens het milieuagentschap een taak voor de samenleving als geheel. Enkel via samenwerking tussen beleidsmakers, producenten, wetenschappers en consumenten kan een cultuur van duurzaam productontwerp en -gebruik gecreëerd worden.